Deze kerk is het resultaat van een hele reeks verbouwingen. De zuidertranseptgevel is nog een origineel gotisch overblijfsel van de 13e eeuwse kerk. Het hoofdkoor, samen met het zuider- en noorderkoor, zijn laatgotisch van oorsprong (einde 15e eeuw). De zuiderzijbeuk dateert uit de eerste helft van de 16e eeuw, de noorderzijbeuk werd in 1783 heropgebouwd.

In 1903 werd met J.Goethals als architect een grondige verbouwing gedaan: zo werd het schip grotendeels verbouwd en met twee traveeën verlengd, werd de toren verhoogd (basis dateert vermoedelijk uit 1655), en werden transept en koor gerestaureerd naar hun vermoedelijke laatgotische uitzicht. Natuurlijk zorgde de eerste wereldoorlog voor de nodige schade door Goethals heropgebouwd werd. Een inscriptie verwijst hiernaar : 'Destructa 1918, refecta 1921'.

Vroeger was deze plek een bekend bedevaartsoord, maar tegenwoordig is dit erg beperkt.

Van het interieur vernoemen we het 18e eeuwse borstbeeld van Sint-Cornelius.