Deze neogotische kerk werd in 1851-1852 gebouwd. In 1910 en in 1921-1922 werd ze vergroot. Dit gebouw is de vervanger van een romaanse abdijkerk, waarvan enkel de laatgotische toren bewaard bleef.
Deze toren bevat bovenaan een boogfries met daarin drielobtraceringen. Ook de galmgaten zijn door maaswerk bekroond, dat zich in een spitsboog bevindt. Binnen die spitsboog zitten weer drielobtraceringen. De oude toren bevindt zich nu tussen het koor en de zuidertranseptarm.
Het schip eindigt aan de ingang op steunberen die door pinakels met hogels bekroond zijn. De geveltop draagt een Mariabeeldje.
Van het interieur vermelden we de romaanse doopvont uit de 11e eeuw. Verder bevat deze kerk een interessante collectie beelden uit de 15e tot de 18e eeuw. Er hangen eveneens een aantal 17e eeuwse schilderijen.
Ook de kerkschat is de moeite waard: deze bevat o.a. een houten drinknap uit de 14e of de 15e eeuw, zogenaamd van de Heilige Landrada (dan zou hij wel veel ouder moeten zijn). Op deze plek werd immers rond 670 door de Heilige Landrada een vrouwenklooster opgericht. Deze werd rond 880 door de Noormannen verwoest. In de 10e eeuw werd dit echter terug opgebouwd. Tegen het einde van de 12e eeuw, mochten enkel vrouwen van adel toetreden, wat zo bleef tot het einde van de 18e eeuw (Franse Revolutie).
(Met dank aan Robrecht Penders om de naam Landrada (er stond Ladendra))
De beiaard werd geplaatst door Pieter Peters. Francine Fransen: 'Deze kerk is behoort zeker bij een van mooiste van Groot Bilzen'
Français English
|