Dit stadhuis was vroeger een school. Men noemde deze school
'kasteel Pastoor', en die school werd opengehouden door de 'Zusters der Voorzienigheid'.
Frits Schetsken: 'Op deze plaats wordt rond 1224 op een naast het riviertje de Gete
oprijzende rotsformatie door graaf Gilles de Duras een stevige woning opgericht. Daarvan is
nog een klein stukje te zien op de kleine rechtse foto van het koetshuis, dat zelf van 1730
dateert. Helemaal links zie je daar de oude dertiende-eeuwse donjon ingebouwd, met de
dakkapel en het romaanse venster in de zijgevel. Wat er verder nog overschoot van het
oude kasteel is in 1729 door graaf Jean-Englebert de Romrée vervangen door een groot en mooi
hof van plaisantie, ontworpen door de Leuvense architect Verreucken - dat is dus het
hoofdgebouw met de beide hoektorens en hun uivormige spitsen. Deze renaissancewoning,
waarvan de muren met gobertangesteen zijn bekleed, werd destijds nog altijd het
gravenkasteel genoemd. Maar wanneer latere bewoners, de familie d'Yve de Bavay, hun
eigendom in 1849 verkopen aan notaris Philippe Pastur, gaat men spreken over het
Pasturkasteel. Weer een tijd later vestigt zich hier het pensionaat en de directie van de
school van de zusters der Voorzienigheid, waarna het in 1971 beschermde gebouw aangekocht
wordt door het stadsbestuur van Jodoigne en in 1988 wordt ingehuldigd als nieuw stadhuis.
In de voortuin - niet zichtbaar op de foto - staat thans de oude openbare pomp die sinds
de 18de eeuw op de Grote Markt de omwonenden van drinkwater voorzag. Rondom heeft keramist
Claude Rahir een fresco aangebracht, alles op initiatief van de broederschap Capella Fori
Geldoniensis - de Kapel van het Geldenaakse Marktplein.'
Français English
|