Deze romaanse kerk is de enige in Wallonië die aan Allerheiligen opgedragen is. Ze werd wellicht in de 12e eeuw gebouwd, maar nadien regelmatig aangepast.

Het stenen gedeelte van de vieringtoren is 24 meter hoog, wat voor een romaanse kerk erg hoog is. De 17e eeuwse peerspits doet daar nog eens 14 meter bij.

Aan het noordertransept bevindt zich een fraai, rond traptorentje.

Een bijzonder detail in de driebeukige constructie is dat de zuilen waarop de middenbeuk rust uit een afwisseling van zandsteen en blauwe steen bestaan. De kapitelen van deze zuilen zijn versierd door verschillende bladeren met uitgesproken nerven.

Onder de vieringtoren bevindt zich een koepelgewelf met penditieven, met daaronder stevige rondbogen.

Het transept is overkluisd door een tongewelf.

Het koor, dat door een gotisch koor was vervangen, werd tijdens de 19e eeuw in neoromaanse stijl herbouwd. Achteraan in het koor bevindt zich een 16e eeuws kruisbeeld, waarvan de uiteinden op 4 lobben eindigen. Die 4 lobben staan voor de 4 evangelisten.

Bevat een doopvont uit de 16de eeuw.

Vermeldenswaard zijn de gotische nissen uit 1490. Deze bevonden zich oorspronkelijk in het koor maar werden rond 1955 verplaatst naar achteren. Zij zouden behoord hebben tot een gotisch ciborium. De centrale nis met baldakijn deed dienst als theotheek. Zij is ongeveer 1,5 m hoog en bevat een cul-de-lampe gedateerd 1490. Het werk werd in 1877 gerestaureerd. De beelden links en rechts in witte steen zijn van de 16de eeuw en stellen Sint-Pieter (met de sleutels van het koninkrijk) en Sint-Paulus (met de epistels of zendbrieven) voor.

Voor meer info (franstalig), klik hier.

Français
English