Dit 50 meter hoge, neogotische monument werd bedacht als eindpunt voor een centrale as vertrekkend vanuit het portaal van het Koninklijk Paleis te Laken.
De onderbouw is opgevat als een 9-hoekige zuilengalerij, één hoek voor elke provincie (ondertussen werd Brabant in twee verdeeld en zijn het er 10). In het centrum staat een standbeeld van Koning Leopold I door W.Geefs. De 9 zuilen dragen knopkapitelen, die doen terugdenken aan de Scheldegotiek. Boven deze zuilen zijn beeldnissen onder baldakijnen, met beelden. Die worden bekroond door pinakels met hogels, die op een kruisbloem eindigen. Tussen de zuilen zitten spitsbogen, versierd door ogiefbogen met hogels.
Binnen de zuilengalerij zie je bundelpijlers, en de overkluizing is gevormd door kruisribgewelven.
Boven de zuilengalerij is een rondgang met een opengewerkte borstwering. Deze rondgang gaat onder de luchtbogen (weer met hogels versierd) door. Aan de binnenkant (de toren) zie je o.a. spitsboogvensters met drielobtraceringen onder met hogels bezette en door een kruisbloem bekroonde wimbergs. De steunberen zijn door pinakels bekroond, en dragen fijne waterspuwers.
De torenspits is de letterlijke kroon op het werk, met zijn fraaie, vergulde kroon die over de torenspits geschoven lijkt.
De verfijning van dit werk zet niet alleen de architecturale kennis, maar ook de technische vaardigheid van de architect, Louis De Curte, in het zonnetje. Yasko Deboodt: 'Beste,
Voor mijn opleiding kunstwetenschappen en archeologie heb ik een iconografische analyse gemaakt van het monument voor leopold I. Indien u dit wenst kan u gebruik maken van deze informatie. 'n.v.d.r. Natuurlijk willen wij dat!!)
Iconografische Problematiek:
Het Monument van de Dynastie door Louis De Curte.
1878 - 1881
Bronnen en Methode.
Deze iconografische analyse wil het monument van de Dynastie in het park van Laken bespreken. Het is een monumentaal werk opgericht door Leopold II ter ere van zijn voorganger Leopold I. Het is in een neogotische stijl gemaakt uit verschillende gesteenten. Er zijn 9 beelden die personificaties zijn van de Belgische provincies. In de eerste plaats is gebruik gemaakt van empirisch onderzoek van het bouwwerk. Om tot de identificatie van de beeldhouwwerken te komen is gebruik gemaakt van een vergelijking met de allegorische beelden in het jubelpark boven en rond de triomfboog. Deze boog is ook door Leopold II opgetrokken en toont wederom de wil van Leopold om Belgïe te verheerlijken. In 1880 waren enkel de sokkels zichtbaar. Tegen 1905 zal het ingewijd worden, ter ere van de 75ste verjaardag van de natie . Deze beelden zijn dus later dan deze van het monument van de dynastie. Op de verschillen zal later ingegaan worden. In de tweede plaats is gebruik gemaakt van literatuur onderzoek. Belangrijkste bespreking van het monument vinden we in de tentoonstellingscatalogus van Geerinck, Poelaert en zijn tijd. Een handig naslagwerk over de actieve architecten ten tijde van Joseph Poelaert. “De Belgische natie viert” door Jeroen Jannsens. Verder is er gebruik gemaakt van Hall’s iconografisch handboek, het Repertorium van de architectuur in België: van 1830 tot heden door Anne Van Loo. Als noot willen we nog bijvoegen dat er reeds een grondige analyse van het monument is gemaakt maar dat deze niet beschikbaar is voor consultatie. Een spijtige zaak .
Deze neerslag begint met een korte beschrijving van de historische context. Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van het bouwwerk zelf. Het hoofdgedeelte van deze paper zal handelen over de iconografie, meer bepaald die van de beeldhouwwerken in de nissen. Op het einde wordt ingegaan op de grotere symboliek van het werk en zijn samenhang in de tijd.
Historische context en beschrijving.
Van 1878 tot 1881 liet Leopold II een architect werken aan dit prestigieus monument ter ere van de oprichting van de dynastie . Louis De Curte (1817 - 1891) was een in Gent geboren architect. Hij studeerde daar ook. Na zijn academische opleiding trok hij naar Frankrijk. Daar werkte hij onder de toezicht van Eugene Viollet Le Duc als inspecteur voor de restauratie van de kathedralen van onder andere Beauvais, Noyon en Senlis. In 1856 keerde hij terug naar België. In de korte periode dat hij in Frankrijk werkte leerde hij de gotiek waarderen en werd hij voorstander van de theorieën van zijn leermeester Viollet Le Duc. Vanaf 1857 vestigde hij zich in Brussel waar hij mee werkte aan de heraanleg van de Hofberg. Door zijn verdienste hierbij werd hij stadsarchitect van Brussel.
Het monument was opgericht ter verheerlijking van de Belgische staat. De Curte paste het helemaal in zijn tijdsgeest. Het werk doet niet zomaar denken aan de gotiek van de Brabantse 15de eeuw maar ook aan twee monumenten uit de 19de eeuw. Namelijk het Walter Scott monument (1840 – 1846) en het Albert memorial monument ( ? - ?). Het is een negenhoekig bouwwerk dat opvalt door zijn bijna 50 meter hoge spits. De onderbouw van dit neogotische monument bestaat uit een ronde cirkelgallerij met 9 hoekpunten die tevens de pilaren zijn. Elke hoek is voorzien van een beeld die een provincie uitbeeldt, de beelden dragen kenmerken van de desbetreffende provincie. We spreken hier van negen provincies omdat Vlaams en Waals brabant pas gesplitst werden in 1995. De kapitelen op de zuilen zijn knopkapitelen. Daarboven bevinden zich verwrongen en griezelige figuren die grotesken of saters zouden kunnen zijn. Deze bevinden zich net onder baldakijnen. Op de baldakijnen rusten de provincie-beelden. Een halve meter boven de beelden zijn kleine architectuurwerkjes in verfijnde gotiek terug te vinden. Deze pinakels zijn kleine gebouwtjes op zich. Vlak hierboven vind je de symbolische Belgische leeuw. Deze heeft bij ieder beeld een schild vast dat het wapenschild van de desbetreffende provincie voorstelt. Boven de zuilengallerij is een rondgang die men kan betreden via de trap aan de achterzijde (noord/zuid?) van het monument. Deze rondgang gaat onder luchtbogen door die aan het uiteinde omhoog gaan in pinakels. De bogen zijn bovenaan versierd door kleine, fijne waterspuwers. De torenspits die bijna even groot is als de rest van het monument, loopt stijl naar boven en wordt letterlijk bekroond door een gouden kroon. Binnen in de zuillengallerij vind je bundelpijlers. De overwelving is gemaakt met kruisribgewelven. In het midden van de gallerij staat een groot koningsbeeld van Leopold I gemaakt door de beeldhouwer Willem Geefs . Deze was ook de beeldhouwer van het Leopold I beeld aan de congreskolom gemaakt door Joseph Poelaert.
Iconografische analyse van het monument
De beeldhouwwerken op iedere pilaar beelden een provincie uit. Het zijn allen vrouwelijke personificaties. We kunnen ze in de eerste plaats identificeren aan de hand van de wapenschilden die aanwezig zijn net boven hen. Boven ieder beeld staat een leeuw die het wapenschild van de desbetreffende provincie vasthoudt. Dit maakt een grondige analyse makkelijker omdat we al enkele uitsluitingen kunnen maken. We spreken hier maar van een paar beelden omdat er zich al op dat vlak problemen voordoen. Ten eerste, het monument is om technische reden niet mogelijk om te betreden. Hierdoor kunnen we niet dicht genoeg komen om sommige wapenschilden van elkaar te onderscheiden. Dit is voor een deel overkomen door het gebruik van een fototoestel met telelens. Ten tweede zijn drie van de negen wapenschilden hetzelfde afgebeeld ook al zijn ze verschillend in hun oorspronkelijke vorm. Dit komt omdat die verschillen zich enkel op vlak van kleur afspelen. De beelden bevatten geen kleuren. Ten derde is het hoofd en wapenschild van de zevende figuur er af gevallen. Het is duidelijk dat het hele monument nu (2011) in een verloederde staat is. Het bordje met “opgepast vallende stenen” zegt genoeg.
Wat volgt is de identificatie van de beelden aan de hand van het bronnenmateriaal.
(nvdr: de foto's die hierbij horen hebben we (nog) niet)
Figuur 1 bevindt zich, als we vlak voor het monument staan en het kasteel aan onze rugzijde hebben, aan de linkerkant. Het is een personificatie van de Provincie Antwerpen. Antverpia, de oude naam voor haar personificatie, is herkenbaar aan haar kroon die de omwalling van de stad symboliseert. Ze houdt een schipsroer vast met haar beide handen. Een verwijzing naar de stad als havenstad. Op haar rechterarm leunt een cadaceus. Dit symbolisch teken, een staaf met twee rondgewikkelde slangen, is het attribuut van Mercurius. De Romeinse god van de handel. Een verdere verwijzing naar de handelsfunctie van Antwerpen, dat in 1878 nog maar 15 jaar vrij was om vrije handel te voeren via de Schelde sinds haar afsluiting in 1585. Achter, aan de voeten van Antverpia is een schilderspaneel, een verwijzing naar de rijke kunstenaarsgeschiedenis van Antwerpen. Boven haar staat de leeuw met herkenbaar het wapenschild.
Figuur 2 vinden we rechts van het eerder besproken beeld. Het is een vrouw met een lang kleed, ze draagt maar één attribuut. In haar linkerhand draagt ze een kroon. Deze kroon is de verwijzing naar Luxemburg en zijn rol als hertogdom in de Zuid-Nederlandse geschiedenis. Dit is onmiddellijk het enige houvast om deze figuur als personificatie van Luxemburg te wijzen. Het beeld in het jubelpark daarentegen heeft meerdere verwijzingen en vooral naar de fauna van Luxemburg. In de vorm van een hert en everzwijn. Achter deze figuur ligt ook de kroon van Luxemburg. Deze overeenkomst is van groot belang in het verder identificeren van de beelden. Het wapenschild boven het beeld in het park van Laken is namelijk identiek dezelfde als deze van Brabant en Oost-Vlaanderen.
Het volgend beeld bevindt zich wederom rechts van het voorgaande beeld van Luxemburg. In dit geval hebben we te maken met het beeld van Brabant. Wederom hebben we als enige verwijzing een van de beelden aan het jubelpark. De afbeelding van Brabant situeert zich in het jubelpark boven op de triomfboog. Hoewel dit beeld op het eerste zicht weinig overeenkomsten heeft met dat van het park van Laken – het barokke beeld op de triomfboog staat enorm in contrast met de statigheid van het gotische beeld in Laken – tonen de details de gelijkenissen aan. Rond de strijdwagen is een bloemenkrans geweven. De Brabant van het monument van de dynastie heeft deze zelfde bloem rond haar lichaam gewikkeld. Veronderstelling is dat deze bloem een klaproos is, De symbolische bloem van België en Brabant. Verder bewijs vinden we bij de lauwerkrans die ze boven haar hoofd draagt. Ook al is deze niet zo goed zichtbaar, in vergelijking met de Brabant aan het jubelpark lijkt dit dezelfde krans. Achter het beeld vindt men verscholen draad en iets dat lijkt op een kannon. Ook de personificatie van Brabant in de Sint-Hubertusgallerij in centrum Brussel draagt deze zelfde lauwerkrans op haar hoofd.
Het vierde beeld zorgt voor minder problemen. De vrouw heeft in dit geval de traditionele kledij aan van de West-Vlaamse vissersvrouw. Ze draagt een net en een stok als allegorie op de visvangst. Boven haar prijkt het wapenschild van West-Vlaanderen.
Henegouwen is wederom een personificatie die eerder te maken heeft met een recentere ontwikkeling in de Belgische geschiedenis. Deze figuur draagt allemaal attributen die gelinkt kunnen worden aan de mijnindustrie. Ze draagt een lamp die gebruikt werd voor het afdalen in de mijnen. Boven haar hoofd prijkt het wapenschild van Henegouwen. Het beeld in het jubelpark draagt ook kenmerken van de mijnbouw in de vorm van de verhoogde schachten om een mijn te betreden.
Hetzelfde kan gezegd worden van het beeld dat Namen uitbeeldt. De hamer en het houweel zijn een rechtstreekse verwijzing naar de metaalnijverheid die actief was in de 19de eeuwse landschappen van Namen. Vreemd genoeg heeft het beeld van Namen in het jubelpark zo goed als geen enkele overeenkomst met het beeld in het park van Laken. Het wapenschild van Namen is duidelijk boven het beeld.
De zevende figuur is relatief problematisch. Het hele bovenste gedeelte van deze pilaar is naar beneden gevallen. Er is geen hoofd en geen wapenschild meer aanwezig. Om te vermijden dat dit giswerk zou worden moeten we eerst naar de andere beelden kijken om een uitsluiting krijgen. Na identificatie van de andere beelden kan men tot de conclusie komen dat dit beeld Limburg wil uitbeelden. In haar linkerhand is nog een stok aanwezig waar andere takken rond wikkelen. Als we naar het beeld in het jubelpark kijken zien we een duidelijke overeenkomst. Deze tak zou wel eens van een fruitboom kunnen komen. Een belangrijk export product in Limburg tot op de dag van vandaag.
De florerende industrie in Wallonië wordt nogmaals uitgebeeld in het achtste beeld. De figuur, die Luik uitbeeldt, draagt een hamer bij zich. Een verwijzing naar de industrie, aanwezig in luik in die tijd. Ook het beeld onder aan de triomfboog heeft zo een hamer bij zich.
Als laatste hebben we Oost-Vlaanderen. Het wapenschild is wederom enkel de leeuw. We kunnen hier dus niet van vertrekken. Export producten spelen echter wel een belangrijke rol in het hele monument. Het is landbouw en veeteelt dat bij dit beeld de overhand heeft. De koe is een verwijzing naar de “Oost-Vlaamse wit rode koe”. Dit is een typisch fokdier met een dubbele functie. Ze is zowel geschikt voor melk als voor voedsel . Tarwe is een ander export product van Oost-Vlaanderen en Gent aan het einde de 19de eeuw.
Conclusie.
Symboliek is ook meer te vinden dan enkel in de beelden. De kroon boven op het geheel staat voor de monarchie die over België heerst. Het is ook geen toeval dat dit beeld net 50 meter hoog is. Deze staat voor de leeftijd van de natie op in 1880 . Ook al werkte De Curte in Neogotische stijl, dit impliceert niet dat hij zich enkel concentreerde op het verre verleden van onze staat. Een allegorisch beeld als dat van Antwerpen gaat terug tot de 16de eeuw maar bijvoorbeeld het beeld van Luik gaat over de industriële productie van de 19de eeuw. Vergeten we zeker de verwijzing naar de Brabantse gotiek niet als subtiel eerbetoon aan de 15de eeuw van de zuidelijke Nederlanden. Het hele werk is een mooie symbiose van het territoriale gebied België, voor en na de eenmaking. Een eervoller betoon aan de natie kon Leopold II zich niet wensen. Het toont ook het inzicht van Louis De Curte aan op intellectueel vlak en zijn diepere studie van de gotische stijl.
'
Français English
|