| jan Eric Koch: 'Dit kasteel was open op 8 en 9 september ter gelegenheid 
van de Open Monumentendag in Walonië.Een pracht kasteel met lange geschiedenis.
Nog altijd permanent bewoond door de familie de Nîmes.
 Indien nog eens te 
bezichtigen zéker meer dan de moeite waard om te gaan.'
 Frits Schetsken: 'Inderdaad, 
een lange geschiedenis, dus een flink verhaal over dat kasteel langs de Chaussée de 
Charleroi 165 in Jodoigne-Souveraine, pakweg anderhalve kilometer van Jodoigne-stad. 
Het begint al in 1380, als Guillaume de Glymes een klein landhuis bewoont in dit 
dorpje. Een nakomeling, graaf Winand de Glymes, erft bij de dood van zijn vader Charles 
in 1620 zowel de titel burggraaf van Jodoigne als dit landgoed. Maar als bij het beleg 
van Tienen in 1635 Franse soldaten hier even ontspannen, laten zij vooral puinhopen 
achter. Winand slaat aan het herbouwen, maar nogmaals wordt alles weer tot ruïnes 
herleid in 1674 en 1695 - soldaten zijn in die tijd blijkbaar slecht opgevoed en/of 
weinig betaald. Kleinzoon Ernest de Glymes ziet rond 1708 definitief af van het 
burggraafschap van Jodoigne en het daarbij behorende leengoed, dat hij overdoet aan de 
familie de Villers en neemt zijn intrek in het woonhuis van de beheerder van deze 
landbouwexploitatie. Na zijn dood in 1720 hertrouwt zijn weduwe Marie-Joséphine de 
Gathovius met baron Jean-Charles de Spangen, heer van Ottignies en Mousty. Zij laten 
het bedrijf over aan hun zonen Antoine de Glymes en Ernest de Spangen. Beide halfbroers 
besluiten in 1764 dit buitenverblijf opnieuw in alle luister op te bouwen, zoals een 
jaartalsteen in de huidige hoofdgevel vermeldt.  Aan dat bouwen wordt effectief 
begonnen in 1776 en zo ontstaat een nieuwe kasteelhoeve in vierkantsvorm rond een grote 
binnenhof. Er is niet op een goudstuk meer of minder gekeken, het hoofdgebouw is groots 
uitgevoerd en luxueus ingericht, een woning voor een heer van stand. Het boerenvolk 
huist in iets bescheidener bijgebouwen. Er komt nu ook een boomkwekerij en een vijver 
die gevoed wordt door een bron. Wanneer Antoine in 1776 de geest geeft, wordt baron 
Ernest enige eigenaar. In 1792 vererft hij alles aan de zoon van zijn halfbroer, graaf 
Henri-Joseph-Nicolas de Glymes. Die mag blij zijn met een compleet bemeubelde woning, 
waar schilderijen en wandtapijten de sier maken, terwijl hij in de stallen keuze heeft 
uit diverse koetsen en gespannen.  De nieuwe eigenaar pendelt tussen Jodoigne-
Souveraine en Wavre, waar zijn ooms hem ook nog enkele fraaie huizen hebben nagelaten. 
Maar aan alles komt een einde, HJN overlijdt in 1813 en als vijftien jaar later ook 
zijn vrouw sterft, blijken er nogal wat erfgenamen te azen op de kasteelhoeve. Het is 
Henri-Ferdinand de Glymes die uiteindelijk de beste kaarten op tafel legt en in 1815 
trouwt met barones Marie-Thérèse de Villers, een naam die we al zijn tegengekomen en 
inderdaad is zij naaste familie van de eigenaars van het burggraafschap Jodoigne. 
 Het echtpaar de Glymes-de Villers gebruikt de kasteelhoeve vooral als zomerverblijf 
en is de rest van het jaar in Brussel te vinden. Hun in 1844 in Mons geboren kleinzoon 
baron Gaston de Traux de Wardin vindt dit wél een aangename woonplek en laat in 1871 op 
de plaats van een grote schuur tuinen aanleggen die aan de Chaussée de Charleroi 
grenzen. Daar blijft het niet bij, Gaston heeft de smaak van het groen te pakken en 
laat rond het kasteel een echt park creëren. Om dat nog wat uit te breiden tot het park 
dat je nu hier aantreft, worden tussen 1866 en 1893 nog wat gebouwtjes gesloopt. De 
achterkleinzoon van Gaston, baron Bernard de Traux de Wardin, mag vandaag van dat alles 
volop genieten. Zomaar iets afbreken kan nu echter niet langer, het geheel is sinds 
1944 beschermd. Alleen tijdens sommige Open Monumentendagen kan er beperkt kennis 
worden gemaakt met dit erfgoedjuweeltje, dan laat baron Bernard je in zijn park 
wandelen en stelt hij zijn eeuwenoude familie in de hall op - hun portretten dan toch.    
' JAN DAVIDTS: 'Dit is een prachtige eigendom welke gekoesterd wordt de eigenaars die 
noch geld noch moeite sparen om dit een 
uitmuntende staat te behouden en te vrijwaren als ons patrimonium en het mag gezegd in 
privé handen is.'
 
 Français
 English
 
 
 
    
 
 |