Het voormalig klooster van de Dominicanen werd in 1233-1234 gesticht door de gravin Johanna van Constantinopel.
Na de Franse Revolutie, en het daarbij horende opdoeken van het klooster in 1796, werd het grootste gedeelte van de gebouwen gesloopt.
Het onderste gedeelte van de westgevel (destijds was dit een puntgevel) van de kruiskerk uit het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw, is nu geïntegreerd in een nieuwbouw. Deze moderne nieuwbouw wil de verdwenen westgevel in herinnering brengen. Vandaar het dubbel portaal onder een brede rondboog, en de 2 steunbeer-achtige constructies. Ook het rondboogvenster daarboven gaat terug kwa vorm naar oude afbeeldingen van de kerk.
Van het kloosterpand, dat na de godsdiensttroebelen in het begin van de 17e eeuw tegen de zuidkant van de kerk werd aangebouwd, is nog meer bewaard gebleven. De zuidvleugel is met Boheemse gewelven overkluisd, de westvleugel door een graatgewelf. In de kapittelzaal werd een oude, 13e eeuwse zuil bewaard, die de 4 kruisribgewelven ondersteunt.
Français English
|