willekeurig
hitparade
plaats
soort
naam
element
stijl
architect
vroeger
main
--> Hoofdblad --> Lijst van alle plekken Of Vorige
Men vindt deze plek vrij mooi! Gemiddelde score: 5.5 door 1839 willekeurig stemmers.
En U??? Stem op de plekken in België via Willekeurig
(Ref:0001282)




Toon map op Google Maps

Curtius Huis te LIEGE 1 / LUIK
(Quai de Maestricht 13)

Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto Dakgoot detail
Foto door Johan Mares (@Belgiumview)

Dakgoot detail


Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: Detail voorgevelCurtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: ZijaanzichtCurtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto:
Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: Detail inkomCurtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: ZijaanzichtCurtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: Curtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto: VooraanzichtCurtius Huis LIEGE 1 / LUIK foto:
Klik op de kleine foto's om ze te vergroten, klik op de grote foto voor een maxi-formaat.

Vandaag vind je momenteel een museum met een belangrijke glasverzameling en het Curtiusmuseum.

Frits Schetsken: 'Jean de Corte is het bewijs dat je niet enkel met virtueel geweld zoals Grand Theft Auto V in korte tijd een fortuin kunt vergaren, maar ook dankzij geweld in de reële wereld. Wapens en buskruit waren Jeans troeven. Jean wordt ergens in 1551 geboren in Luik, op dat moment hoofdstad van een zelfstandig prinsbisdom.

Hij is de jongste van vier broers uit een bemiddelde familie en weet Pétronille de Brazz te verleiden om met hem te trouwen. Via deze rijke koopmansdochter rijft hij al meteen bij een erfenis een niet onaardig stuk welstand binnen; naast een pak geld ook het kasteel van Waleffe nabij Luik en grond in diverse Luikse dorpen.

Jean koopt een kolenmijn en een kruitfabriek in Chaudfontaine en bouwt die beide uit tot een industrieel geheel. Daar voegt hij wat later watermolens langs de Maas aan toe, die zorgen voor de drijfkracht van zijn ijzersmederijen en –walserijen. In volle Tachtigjarige Oorlog weet Jean van de Spaanse koning Filips II het monopolie in de wacht te slepen voor het leveren van wapens en kruit voor kanonnen ten behoeve van de Spaanse troepen in de Nederlanden en daar is veel geld mee gemoeid.

Van 1600 tot 1610 verandert in Luik het terrein van een vroegere woning van een kanunnik van de nabije collegiale Saint-Barthélemykerk in een bouwwerf. Tussen de huidige Quai de Maestricht en Féronstrée wordt volop gewerkt aan een groot stadspaleis met toren, een residentiële woning, stallingen en magazijnen gebouwd voor de CEO van deze wapenindustrie. Jean past ook zijn naam aan het internationale karakter van zijn bedrijf aan, voortaan heet hij Joannes Curtius. Voor het stadspaleis aan de Maaszijde wordt rode baksteen gebruikt, met sierstroken en vensterranden in witte Naamse steen. Het gebouw maakt school als typisch voorbeeld van de Maaslandse renaissancestijl en zal vooral dienen als representatieve ontvangstruimte van belangrijke zakenrelaties en kantoor.

Wonen doet de familie de Corte in hun residentie aan de Féronstrée.

Dat hele Curtius-domein is nog niet volledig afgewerkt wanneer zich iets vreselijks voordoet, althans voor een wapenhandelaar: in 1609 besluiten de strijdende partijen tot een bestand dat liefst twaalf jaar zal standhouden. Zo’n vrede is een regelrechte aanslag op Curtius’ bestaan en hij neemt dan ook contact op met de Spaanse koning Filips III. Die vraagt Juan Curcio – zoals Jean voor de gelegenheid heet – om de metaalnijverheid in Spanje wat op te krikken en dus verhuist Curtius in 1617 naar Liérganes, een plaats in de Spaanse regio Cantabrië.

Oudste zoon Pierre mag verder de zaken in Luik behartigen op de site waar pa maar vrij kort heeft kunnen genieten van zijn stadspaleis, maar je heet wellicht niet voor niets de Corte.

In Liérganes zet Curtius opnieuw een ijzerindustrie op poten en doet hij diverse investeringen in aldaar reeds bestaande ijzer verwerkende bedrijven. Maar tegelijkertijd slinken de inkomsten uit zijn Luikse vestiging en wordt zijn financiële situatie dermate dramatisch, dat Jean Curtius in 1628 zijn Spaanse bezittingen moet verkopen.

Op 12 juli van dat jaar overlijdt onze tycoon tijdens een bezoek aan een lokale herberg in Liérganes. Hij wordt begraven in de Sint-Pieterskerk aldaar, in afwachting van de overbrenging van zijn stoffelijk overschot naar Luik, want het was zijn wens om in het mede door hem gefinancierde klooster van de ongeschoeide karmelieten aldaar ter aarde te worden besteld. Maar met die wens wordt uiteindelijk geen rekening gehouden, Jean is nooit naar zijn geboortestad teruggekeerd.

Niet veel later wordt het Luikse domein in twee stukken opgedeeld. Het stadspaleis aan de Maas wordt de Luikse vestiging van de Berg van Barmhartigheid, een door Wenceslas Cobergher ingestelde bankinstelling, die naar Italiaans voorbeeld geld leent op onderpand. De residentie aan de Féronstrée blijft in bezit van de familie de Corte tot 1734.

In 1902 wordt het stadspaleis door de stad Luik aangekocht en 1921 volgt de residentie, waardoor beide delen weer verenigd worden. Tussen 1904 en 1909 restaureert architect Joseph Lousberg het stadspaleis, waarbij de intussen verdwenen toren wordt herbouwd. Zo kan dit gedeelte in 1909 worden geopend als stedelijk museum, waarin dan vooral archeologische vondsten en toegepaste kunst worden getoond.

Later wordt het museum uitgebreid met een afdeling glas met onder meer kristal van Val Saint-Lambert. Na het gereedkomen van het nieuwe ‘landmark’ van Luik, het Guilleminsstation, begreep het stadsbestuur dat je internationale toeristen ook nog iets te bieden moet hebben wanneer ze na ogenblikken van versteld staan van Calatrava’s schepping terugkeren in hun normale doen. Vandaar het project Grand Curtius, waarbij het bestaande museum wordt samengevoegd met het Wapenmuseum en de afdeling Egyptologie van de Luikse universiteit. Dat levert een nieuw en groot museum op, dat zich uitstrekt over vier panden en de tussenliggende open ruimte, waarbij geput kan worden uit een collectie van zo’n 100.000 kunstvoorwerpen en artefacten om er 5000 permanent tentoon te stellen. Tot de toppers behoren het Evangelarium van Notger, een Napoleonportret van Jean Auguste Ingres, de Duesenbergcollectie van Franse klokken, Sèvresporselein en Val Saint-Lambert glaswerk. Het gelijkvloers van het Curtiuspaleis wordt nu ingenomen door stijlkamers van de 17de tot begin 20ste eeuw. Plus als speciale publiekstrekkers de tijdelijke exposities op de verdiepingen. En Jean de Corte hoeft zich in zijn Spaanse graf niet om te draaien, in Grand Curtius worden ook Luikse wapens in de kijker gezet. '



Français
English




Sponser
Belgium
View
Home
Bronnen
Privacy