De oudste vermelding van de 'Courte-au-bois' dateert van 1381: 'Courte au-Bos'. Court of courte betekende tijdens de Middeleeuwen het geheel van boerderijgebouwen, opgetrokken rond een koer.

Kort voor 1700 hoorde deze boerderij toe aan de Heer van Scailmont. Begin 18e eeuw werd de hertog Alexandre de Cécile, afkomstig uit Franche-Comté, eigenaar. Toen zijn 3 kinderen kinderloos stierven, werd rond 1760 Emmanuel van Gongies, heer van Fayt en Escaille de nieuwe eigenaar. Hij zou het brengen tot provoost van Binche, en was een vriend van Karel van Lorraine.

Begin 19e eeuw worden de steenkoolmijnen belangrijk in de streek, en ontstaan er machtige ondernemingen. De oprichter van één onder hen is de bankier Pierre-François Tiberghien. Rond 1840 heeft zijn kleinzoon Ferdinand veel interesse voor la Courte-au-Bois. Hij koopt er een stuk van, en bouwt een mooi verblijf. Een poosje daarna koopt hij de boerderij zelf. In 1842, laat Ferdinand Tiberghien een kasteel bouwen. Dit kasteel zal de namen dragen van de families aan wie het toebehoort (met name Tiberghien en de la Nieppe). Zijn zoon, Paul, is gepassioneerd door de landbouw. Hij ontwikkeld vooruitstrevende technieken, en heeft erg veel interesse in paarden. De veulens van de boerderij zijn erg gezocht. In 1880 winnen twee onder hen eerste prijzen. Rond dat ogenblik richt Paul Tiberghien de maatschappij 'le cheval de trait belge' op (Het Belgisch trekpaard). Het is ook dan dat Manage, voorheen niet meer dan een gehucht van Seneffe, een autonome gemeente wordt. De eerste burgemeester is Paul Tiberghien, die dit blijft tot bij zijn dood in 1898.

Een paar jaar daarvoor was zijn dochter Marie Henriette gehuwd met Paul de Prelle de la Nieppe (prestigieuze familie van juristen). De boerderij en het kasteel blijven in handen van de erfgenamen tot ze in 1985 afzonderlijk verkocht worden.

De boerderij Courte-au-bois wordt dan gekocht door de heer en mevrouw Willeman. Ze wordt helemaal gerestaureerd, in het teken van het behoud van dit waardevol patrimonium, en ontvangt nu fraaie recepties...

Bij de ingang staat een kleine kapel, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Halle. De legende zegt dat een koeherder, achternagezeten door een boze stier, op miraculeuze manier ontsnapt. Hij liet de kapel oprichten, die de opscriptie 'P.P.N. 1681' draagt.

Français
English