Het belfort en de hallen van Gent.
Door oorlogen en onlusten de bouw van het gotische belfort herhaaldelijk stilgelegd, zodat het bijna 70 jaar duurde vooraleer het belfort in 1380 klaar was. Reeds in 1377 droeg de toren een afschrikwekkende draak, die de rechten van de burgers moest veilig stellen.
Het gebouw heeft in de loop der tijden 7 verschillende bekroningen gehad. Dat was onder andere nodig om het groeiend aantal klokken van de beiaard te kunnen herbergen. Het silhouet van de bekroning stemde overeen met de gangbare bouwstijl. In het midden van de vorige eeuw werd de houten bekapping vervangen door een gietijzeren constructie. Door gebrek aan onderhoud ging deze echter aan het roesten waardoor afbraak onvermijdelijk was. De nieuwe stenen torenspits, naar het 14de-eeuwse ontwerp, was net op tijd klaar voor de Wereldtentoonstelling van 1913. De gebrekkige verankering ervan op de oude romp leidde tot grondige restauratiewerken tussen 1967 en 1980.
De onderste ruimte wordt overspannen door een indrukwekkend kruisribgewelf. Centraal is een ronde opening uitgespaard, afgedekt door een houten luik. Dit dient om de klokken naar boven te hijsen of neer te laten. In 1402 werd de ruimte als archiefkamer ingericht. Daar werden oa. de kostbare stadsprivilegiën bewaard in een zware koffer, versterkt met ijzeren banden of zware nagels, en door middel van een ketting in de grond vastgemaakt.
Het mechanisme van het uurwerk dateert uit 1912, en moet dagelijks opgewonden worden. Met behulp van een draaizwengel trekken de uurwerkopwinders de drie zware gewichten van het slingeruurwerk op.
In deze belforttoren huist ook de 'klokke Roeland'. Deze moest de Gentenaars verwittigen wanneer de vijand in aantocht was, om de poorters onder de wapens te roepen. Ze kondigde ook hoog bezoek, terechtstellingen, de opening van de markten e.a. aan. De eerste Roelandklok, gegoten in 1314, werd samen met de beiaardklokken in 1659 gesmolten om als materiaal te dienen voor de nieuwe beiaard. Het jaar daarop goot Hemony drie grote luidklokken, waarvan de grootste de naam Roeland erfde. Sinds 1913 werd die klok elektrisch aangedreven, maar ze barstte bij het inluiden van de Gentse Feesten in 1914. Ze werd dan maar op rust gesteld aan de voet van het belfort. In 1948 werd een nieuwe klokke Roeland ingehuldigd.
Van op de wandelgang bovenaan de toren is er een prachtig uitzicht op de stad.
Een foto afkomstig uit de collectie van M.Vollaert, afkomstig van een glasplaat uit rond 1900, toont aan dat de torenspits er vroeger heel anders uit zag. De halle had geen dakkapelletjes, en de spitsboogvesnters waren dichtgemetst. Een spectaculaire verandering!!
Johan De Bock: 'Betreffende foto M Vollaert: Het Belfort werd in de middeleeuwen niet afgewerkt. Omwille van besparingen werden de bovenste verdiepingen vervangen door een spits in hout, later in smeedwerk. Het is deze laatste spits die je hier ziet. Bij het verfraaien van Gent voor de WT van 1913 werd de toren dan alsnog opgebouwd volgens de originele plannen. En -naar men dacht- met de originele Balegemse zandsteen. Klein foutje: de groeve in Balegem was eigenlijk uitgeput en leverde enkel nog minderwaardige steen af (enkel geschikt voor binnengebruik). Met als resultaat dat men rond 1960 de 'nieuwbouw' al opnieuw moest restaureren. Daardoor heeft Gent ongeveer 20 jaar zonder beiaard gezeten.'
Johan De Bock ivm ondergronds foto's: 'Boven Gent rijst, eenzaam en grijs, 't oud Belfort... dat kent iedereen.
Maar diep onder de grond van datzelfde Belfort ligt iets dat veel minder gekend is.
In de damestoiletten vind je een klein deurtje, eigenlijk op kaboutermaat. Daarachter ligt een geheime ondergrondse gang, die enerzijds naar het NTG, anderzijds naar de kelder van het vroegere hotel Brittania (thans whiskybar) leidt.
De gang werd in de 2e WO gegraven door de Duitsers. Die hadden in het Belfort een commandocentrum gevestigd, met telefooncentrale en zo. Nu liggen er onder het Belfort wel stevige kelders en het gebouw zelf kan allicht ook wel tegen een stootje, maar de Duitsers hadden schrik dat ze bij een bombardement onder het puin zouden opgesloten raken. Daarom groeven ze deze geheime gang. Die ze gelukkig nooit moesten gebruiken : het centrum van Gent is van bombardementen gespaard gebleven (in tegenstelling tot de huidige deelgemeenten Ledeberg/Gentbrugge...).
De gang is momenteel wel te bezichtigen met een gids (informatie: toeristische dienst op het stadhuis). Het is een erg claustrofobische belevenis: ofwel waren de Duitsers in Gent allemaal lilliputters, ofwel hebben ze zwaar bezuinigd op de bouwkosten. Maar stevig is't wel! '
Français English
|