Steengroeve die gebruikt wordt voor het opdelven van dolomieten die gebruikt worden voor de fabricatie van naphtaline.

(Wij danken dhr. Pierre Levecq voor zijn commentaar)

Frits Schetsken: 'In de Franse tekst van Belgiumview duidt Guy Durieux deze plek als de steengroeve van het bedrijf Carrière Carmeuse aan de Rue du Château 8 in Seilles, een dorp tegenover Andenne op de linker Maasoever. Gezien de andere foto's ook in Seilles genomen zijn, lijkt dit juist.

Seilles wordt in Jean Tousseuls roman 'Le village gris' het grijze dorp genoemd, waarmee deze streekgenoot verwijst naar de kalkindustrie. Dankzij de aanwezigheid van een enorme kalkbank van uitstekende kwaliteit haalt Seilles al enige eeuwen zijn voornaamste inkomsten uit die industrie.

Thans is de groeve in handen van Carrière Carmeuse, een in 1860 in Luik gesticht bedrijf, dat inmiddels tot wereldspeler is uitgegroeid met productieplaatsen in West-, Oost- en Midden-Europa, Noord- en Zuid-Amerika en het Afrikaanse land Gabon. In België is Carmeuse naast Seilles nog actief in Engis, Moha, Aisemont en Frasnes. Naast kalk wordt er dolomiet gedolven, een gesteente dat calciumcarbonaat en magnesium bevat. Deze delfstoffen worden gebruikt bij de ijzerfabricage, in de bouw, als meststoffen, voor de productie van papier, verf en plastic en voor waterbehandeling. In diverse steden wordt dolomiet gebruikt als ondergrond voor pleinen of wandelpaden.

Volgens Guy Durieux ligt de groeve in Seilles al vijf jaar stil, al is daar op de bedrijfswebsite van Carmeuse niets over terug te vinden. Wel is er kennelijk ooit een protest geweest van buurtbewoners tegen uitbreidingsplannen van Carmeuse in Seilles. '

Français
English