Het oudste gedeelte van deze abdij is het poortgebouw uit de tweede helft van de 14e eeuw (vermoedelijk 1379-1382). Het is een voorbeeld van Demergotiek. Het is opgetrokken uit lokale ijzerzandsteen. Het kapgebinte is nog origineel. De voorgevel wordt opgesmukt door 7 beelden van heiligen: Catharina van Alexandrië, Johannes de Doper, Petrus, Onze-Lieve-Vrouw, Paulus en Laurentius. Boven de toegangspoort staat een beeldje van Sint-Gummarus. Dit is toegevoegd als herdenking aan Gummarus Crets, die abt was tijdens de restauratie. Naast de poort bevindt zich het 'armengat'. Daar konden de armen op bepaalde dagen brood krijgen.
Vóór het poortgebouw staat een grote draaipoort. Deze werd onder abt Valentijns (1591-1635) toegevoegd.
Rechts van het poortgebouw bevindt zich de bakstenen pastorie, die in 1651-52 een grondige restauratie onderging. Oorspronkelijk logeerden daar de pachters van de hoeve, en later de schrijnwerkers. Tegenwoordig is dit de woonplaats van de pastoor van Averbode, en de verantwoordelijke van de poortzalen. Opvallend zijn de oculi boven de deuren.
Het kwartier van de abt is het meest in het oog springende gebouw. Dit werd in 1713-1732 opgetrokken in classiciserende barok onder de abten Steven Vander Steghen (1698-1725) en F. vanden Panhuysen (1725-1736). De middenpartij wordt bekroond door een fronton dat het wapenschild van S. Vander Steghen draagt. Vermoedelijk dateren de oude lindebomen ook uit die periode.
De bouw van de abij1kerk vatte aan in 1664 onder abt Vaes. Dit was de derde kerk. Haar voorganger stond links van de huidige kerk. Nadat de plannen door Lucas Fayd'Herbe afgewezen waren, nam de abt contact op met Jacob II vanden Eynde. De kerk was klaar in 1671, maar werd pas in 1681 gewijd.
Het grondplan is basilicaal en éénbeukig. In de oksels tussen van de viering (tussen schip, en transept en tussen transept en koor) werden kwartcirkelvormige uitbouwen voorzien, die het geheel de uitstraling van een centraalbouw geven.
Onder het driehoekig fronton van de voorgevel bevindt zich het wapenschild van de abt Vaes. Onder de zonnewijzer staat een beeld van Onze-Lieve-Vrouw, samen met Johannes De Doper de patrones van de kerk. Dit beeld is omringd door symbolen die verwijzen naar de Apocalyps. Daarin is sprake van een 'vrouw, omkleed met de zon, de maan onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren'. Links staat een beeld van Johannes de Doper, rechts van Norbertus.
De toren werd wat later opgetrokken. Hij draagt het jaar 1700, en het wapenschild van S. vander Steghen. De torenspits draagt geen haan, maar een Lam Gods. Het Lam Gods verwijst trouwens naar Johannes De Doper, die over Jezus zegde: 'Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt'.
Achter de eerder sobere voorgevel, gaat een weelderig barok interieur schuil.
Omdat de abdij veel paters had, was het koor het grootste onderdeel van de kerk. Oorspronkelijk stond hier een hoofdaltaar door Pieter Verbrugghen de Oudere. Later verhuisde dit naar de Kruisherenkerk te Diest. In de plaats kwam een altaar, ontworpen door Feuillien Houssar (overleden in 1753), en gemaakt o.l.v. Georges-Denis Bayar (uit Namen) in 1753-1757. De altaartafel in Lodewijk XVI steekt af tegen de rest van dit altaar. Het is dan ook niet origineel. De originele altaartafel werd om practische redenen naar het zijaltaar van Johannes de Doper verhuisd.
De gebronsde, eikenhouten deur geeft toegang tot de crypte onder het altaar.
Links en rechts van het koor hangt een schilderij door Pieter-Josepth Verhagen uit 1766-67. Tesamen met het schilderij van het hoofdaltaar vormen deze eigenlijk een soort drieluik.
De kopen kandelaars werden in 1775 door J.J. Stenot vervaardigd. Deze is ook verantwoordelijk voor de rococo tafeltjes.
Het koorgestoelte is duidelijk barok. De spanning tussen vlakken en reliëf, het spel van licht en schaduw, en de plastische vormen zijn hier de bewijzen van. Dit werd in 1671-73 vervaardigd door Oktaaf Herry. De elatische gewrongen zuilen zijn door planten omzwachteld. Allerlei figuren bezitten naast hun versierende en symbolische ook een anekdotisch karakter. Ze vinden hun oorpsrong in zowel christelijke als middeleeuwse en antieke thema's. Dit wordt ongetwijfeld als één van de merkwaardigste scheppingen uit zijn tijd beschouwd.
Links in het transept staat het 'Norbertusaltaar'. Dit werd in 1699-1700 gemaakt door Pieter Scheemaeckers. Het snijwerk van dit altaar stelt een aantal taferelen voor uit het leven van Sint-Norbertus. De beeldengroep boven stelt het visioen voor, waarin Norbertus het habijt ontvangt van de Heilige Maagd. Op de predella staat het visioen, waarbij de abdij van Prémontré als kruis afgebeeld staat. Het centrale schilderij werd door Jan Erasmus Quellin de Jongere gemaakt. Dit stelt een visioen voor, waarijn hij van de heilige Augustinus de kloosterregels ontvangt.
Rechts in het transept staat een ander altaar door Pieter Scheemaeckers, met taferelen uit het leven van Johannes De Doper. Het centrale schilderij door Jan Erasmus Quellin de Jongere stelt de geboorte van Johannes de Doper voor. De marmeren altaartafel is Lodewijk XV stijl komt van het hoofdaltaar. De voorzijde bevat een medaillon dat de Emmaüsgangers voorstelt.
Jan du Pré: 'Mooi is de ligging in het heuvelachtige landschap. Bijzonder mooi is het bovenplein met hoofdgebouwen in veschillende bouwstijlen (renaissance, gotiek/barok en classisistisch). De abdijkerk is erg mooi gerestaureerd. De witte muren en architectureel beeldhouwwerk geven een rustige indruk en de weloverwogen spaarzame veelkleurige altaren en kooringang geven bescheiden maar toch indrukwekkende liturgische accenten over waar het in de kerk om gaan (Johannes de Doper en Norbertus). Ook de lichinval door de wit/groene glazen ramen is opvallend en geeft een open gevoel. Daarbij is het jammer dat het oude orgel aan de westzijde (boven de ingang) het venster aldaar verduisderd. Een positief woord ook voor de deskundige ander half durende rondleiding die de boodschap en inspiratie van de Norbertijnen en de aandacht voor het monumentale van de abdij op een welgedoseerde plezierige manier weet te combineren.'
Français English
|