Frits Schetsken: 'Voorlopers van dit stadskasteeltje zijn in 1308 het
middeleeuwse gasthuis voor de armen, gesticht door de heer van het dorp, Baudouin de
Péruwelz en zijn vrouw Isabeau de Roeulx, tegenover hun kasteel. Rond 1620 draagt de
nieuwe heer van Péruwelz, de graaf van Egmont, dat gasthuis over aan de Brigitinessen, die
zich hier in 1632 vestigen in het Sainte-Marie aux Fontainesklooster. Nadat de
Oostenrijkse keizer Jozef II een groot aantal kloosterorden opheft, verlaten de zusters in
maart 1784 hun gebouwen. De hertog van Croÿ wil daarin dan een college en een hospitaal
onderbrengen, maar dat plan gaat niet door en uiteindelijk wordt het terrein verkaveld en
verkocht. Rond 1860 koopt industrieel Edmond Petit hier een stuk grond en laat hij
architect Charles Damas Vincent een woning ontwerpen. Het idee is gebaseerd
op 16de-eeuwse Italiaanse renaissancepaleizen, waarbij een voorplein door een hekwerk van
de straat wordt afgescheiden. De beide toegangen links en rechts in een wat lager gedeelte
van het gebouw accentueren de symmetrie. De bepleistering van de gevel doet de rijk
versierde vensteromlijstingen goed uitkomen en verbergt de bakstenen delen
van deze gevel. Rond 1900 is het kasteeltje voorzien van een kunstgalerij met schilderijen
van de grote Europese schilders van die dagen en verder van een exotische serretuin,
voorzien van een ondergrondse verwarmingsketel en een waterreservoir op het dak. Achter
de woning schept landschapsarchitect Louis Fuchs rond 1859 een park van 24
hectare met centraal een vijver waarrond verschillende wandelpaden liggen zodat je de
dadelpruimen uit Virginië, de Canadese populieren en de dwergnotenbomen uit de Kaukasus
kan ontdekken, die speciaal aangeplant zijn om een vormen-, kleuren- en lichtspel te
scheppen. Sinds 31 juli 1990 is Le Château Petit als monument beschermd.'
Français English
|