De Sint-Walburgakerk is ontstaan uit een grafelijke burgkapel, die aan Onze-Lieve-Vrouw gewijd was. Vanaf de eerste kruistocht werden rond 870 de relikwiën van Sint-Walburga en haar broers naar deze kapel overgebracht, wellicht door Dierick van de Elzas. De groeiende verering van deze relikwiën gaf aanleiding tot de bouw van een grotere, romaanse kerk, met als patroonheilige Sint-Walburga.
Halfweg de 13e eeuw, ondertussen was een kapittel van seculiere kanukikken verbonden aan de kerk, werd het koor van het Romaanse gebouw vervangen door een groot, vroeggotisch koor. Het houten kapgebinte is de oudste houten constructie uit de Westhoek. Opvallend zijn de contrasten tussen de gewelven uit baksteen, het triforium uit zandsteen en de zuilen en bundelpijlers uit grijze, Doornikse steen. De kruisribgewelven spruiten verder uit deze bundelpijlers.
In 1353 werd Romaanse westbouw verwoest bij een brand.
De bouw van een nieuwe westertoren begon in de tweede helft van de 14e eeuw, maar werd na korte tijd gestopt. Daarvan resteren nog de beschermde ruïnes, aan de westkant van de kerk (hersteld in 1981-1982). Het portaal van deze constructie werd dichtgemetseld in 1720, zodat het geheel als waterreservoir gebruikt kon worden. Verder werd de onderbouw voor de toren oa. gebruikt als magazijn voor buskruit.
Tegen de zuidmuur van de kooromgang werd in 1529 een kapittelzaal bijgebouwd. Daarbij verdween de zuidelijke, romaanse transeptarm, om plaats te maken voor een classicistische variant.
Na de Franse revolutie, in 1799, werd het kapittel ontbonden en de kerk verkocht voor de sloop. De bevolking slaagde erin de kerk terug aan te kopen, om ze alzo voor de sloop te behoeden.
In 1865-1874 werd in het koor een grondige restauratie doorgevoerd. Daarna werden in 1901 de romaanse noordelijke en de classicistische zuidelijke transeptarmen afgebroken.
In 1902-1904 werden een nieuw neogotisch transept en een kort schip gebouwd olv. A. Van Assche.
Het orgel dateert uit 1743-1745, en is van de hand van Jean-Godfroid Gobert en Joseph Bosquet uit Rijsel. Na de Franse revolutie werden in de periode 1809-1814 herhaaldelijk orgelpijpen gestolen. In 1840 volgde een herstelling olv. Pieter Van Petegem. Een verdere restauratie volgde in 1966-1967 door de firma Loncke uit Esen.
De eiken preekstoel dateert uit 1727, en is van de hand van Hendrik Pulincx de Oude. Hij beeldt o.a. de apostel Johannes uit, die op het eiland Patmos het 'Boek van de Openbaring' schijft. Boven hem zie je een passage uit de Apocalyps.
Het koorgestoelte dateert van 1596, en werd in de 16e eeuw vergroot.
Astrid Proot: 'De kerk is mooi, en indrukwekkend van binnen, ook het zicht vanop de toren is prachtig.' Rik Dekens: 'Prachtige, uitzonderlijke houten sculpturen . Een lust voor het oog en kunst van de bovenste plank. Onderbelicht Vlaams kunstpatrimonium dat veel te weinig bekend en gewaardeerd wordt.
Een sublieme ontdekking.'
Français English
|