Deze kerk is een voorbeeld van Brabantse gotiek, en werd opgetrokken uit Gobertanger steen, aangevuld met steen uit Zichem, Namen en Mézières. Helaas is ze nooit helemaal af geraakt. Ze verving een bedevaartskapel uit 1297.

Het grondplan wordt toegeschreven aan Jean d'Oisy. De werken begonnen met het koor en de zuidelijke zijkapel tussen 1358 tot 1375. Tussen 1383 en ongeveer 1410 werden de werken verder gezet onder leiding van Jacob van Thienen en Botson de Racour. Zij werden opgevolgd door Sulpitius van Vorst, die tot 1438 aan het transept en de vieringtoren bouwde. Vanaf 1439 voltooide Jan II Keldermans de zuiderarm van het transept. De noorderarm was klaar tegen 1463. Toen werd de kerk overwelfd, maar dit liep niet van een leien dakje: het koor stortte in. Mattheus de Layens werd erbij gehaald tussen 1465 en 1470, om het ingestorte deel te vervangen. Het schip werd nooit gebouwd, zodat de als vieringtoren bedoelde, 70 meter hoge toren, meteen een soort westertoren werd. De barokke torenspits kwam er rond 1660. De vormgeving van de rijkelijk versierde portalen wordt toegeschreven aan Jean d'Oisy. In en rond dit portaal krioelt het van de beeldnissen onder baldakijnen. Boven het wimperg- portaal zit een balkon, waarvan de opengewerkte borstwering met vierpasbogen en drielobtraceringen versierd is. Ook het maaswerk aangebracht op de gevel herhaalt deze versieringselementen. De steunberen op de hoeken van het transept zijn door pinakels bekroond. De geveltoppen dragen kruisbloemen. Het spitsboogvenster boven het rechterportaal is blind, terwijl dit rechts wel een glasraam bevat.

Het hoofdaltaar is afkomstig uit het 'Rood Klooster' van Oudergem. Dit marmeren altaar werd tussen 1635 en 1638 gemaakt (de tafel is 19e eeuws!), en wordt toegeschreven aan Hiëronymus II Duquesnoy.

Dirk Wijnants: 'u kan misschien de website www.olvtenpoel.be vermelden voor meer info en foto's.'

Français
English