In 1772 koopt Francis Adrien van den Bogaert Den Wolsack en verbouwt het achterhuis in een overgangsstijl tussen rococo en classicisme. Het was zijn bedoeling om de Hofkamer te gebruiken als vergaderzaal of ontvangstruimte. Oorspronkelijk was er een toegang via de Koepoortstraat waardoor de gasten niet via de hoofdbouw aan de Oude Beurs dienden binnen te komen. Van den Bogaert, die stadssecretaris was, had zeer duidelijk de bedoeling om met zijn Hofkamer te pronken. In 1972 is de Hofkamer beschermd als monument.

De architect van de Hofkamer is Engelbert Baets, een jongere neef van Jan Pieter Van Bauerscheit de Jonge. Baets tekende o.a. ook de gevel van het huis Kums op de Paardenmarkt en de gevel van het Plantin-Moretusmuseum. Vermoedelijk tekende hij niet enkel het ontwerp van de gevel, maar was hij ook verantwoordelijk voor de binneninrichting van de Hofkamer.

De symmetrische gevel strekt zich uit over de gehele breedte van de tuin. Hij is opgetrokken in overwegend baksteen, maar vermoedelijk was hij oorspronkelijk bepleisterd. Rond 1926 werd de gevel gedecapeerd. In de houten ramen werd paars Venitiaans glas aangebracht. Op het balkon staan twee figuren: een ‘wildeman’ en ‘wildevrouw’: een verwijzing naar de schildhouders van het Antwerpse wapenschild. Deze beelden zijn echter afgietsels van de originele beelden die zich in het Vleeshuis bevinden. Op de gevel bevindt zich een uurwerk, gedateerd 14-9-1772. Dit type klok is vrij uniek en bijzonder waardevol. De halsgevel wordt bekroond met een armilaarsfeer: een ornament dat het zonnestelsel of de aarde voorstelt en verwijst naar het ‘universalisme’. In deze context is het eerder te begrijpen als een symbool voor Antwerpen als mondiale wereldmacht.

Ook binnen wil van den Bogaert aantonen dat hij zeer welgesteld is. De plafondschildering op de gelijkvloerse verdieping beslaat het hele plafond en is alleen al hierdoor erg indrukwekkend. Het doek is een voorstelling van de Olymposberg. De witmarmeren schouw in deze ruimte is een van de mooiste Lodewijk XVI-schouwen in Antwerpen. Ze is overladen versierd met een grote, vergulde spiegel. Bovenaan is er een afbeelding van een ramskop. Van de oorspronkelijke wandbekleding is weinig te zien. Oorspronkelijk bevonden zich op de muren ook beschilderingen op jutte. Rechts boven de deur zijn twee suppraportas met afbeelding van souppières afgebeeld met engeltjes en bloemetjes.

De eerste verdieping werd in de jaren 60 van de 20ste eeuw grotendeels vernield door een brand. Hier is opnieuw een mooie schouw in cararamarmer. Boven de spiegel bevindt zich een afbeelding van een Romeins keizer. Boven de trapzaal bevindt zich het merkwaardige boekentoilet.

Binnen afzienbare tijd wordt in opdracht van Erfgoed Vlaanderen een historisch en een materieel-technisch vooronderzoek aan de Hofkamer aangevat. Een eerste, voorlopige schatting van de restauratiewerken bedraagt € 1 859 201,43.

(Deze tekst werd ons bezorgd door Agnes Wené - projectcoördinator publiekswerking Erfgoedhuis Den Wolsack)

Nest Onzea: 'Prachtig gebouw met heel wat mogelijkheden - hopen maar dat dit snel in goede staat kan gepresenteerd worden!'

Français
English