Rond 1365 werd tegen de oostgevel van de hallen het 'Gulden of Groen Halleken' opgericht. Het had zijn naam te danken aan het feit dat men het gebouw op verschillende tijdstippen verguldde of daarna weer in het groen schilderde.
In de 16e eeuw bevond dit gebouw zich in zo'n erbarmelijke toestand, dat beslist werd tot herbouwen. In 1619 werd het 'Nieuwerck' opgetrokken. De constructie vertoonde echter al gauw scheuren, en werd in 1622 met succes herbouwd. Onder de gaanderij ziet men de 'eerste stenen' uit 1619 en 1622.
De galerij is laatgotisch, en bestaat uit brede spitsbogen die versierd zijn met maskers. De bovenbouw is renaissance, met barokinvloeden. De eindgevels hebben een rijke sculptuurversiering.
In het midden van de lange gevel zit het kerkraam van de vroegere schepenkapel. Daarboven zit een medaillon met het wapen van Filips IV (de regerende Spaanse vorst in 1622), omkranst door de ketting van het Gulden Vlies. In de nissen aan weerszijden van het raam staan beeldjes die de Rechtvaardigheid en de Voorzichtigheid voorstellen. In de nis op de eerste verdieping staat het beeld van Onze Lieve Vrouw van Thuyne, patrones van Ieper.
Français English
|