Deze laatgotische vleeshalle dateert uit 1460-1462, en
werd getekend door Jan Geuteghem. Dit gebouw verving een vroegere
vleeshal uit het einde van de 13e eeuw.
Het achthoekig, ietwat uitkragend
torentje, de vele dakkapellen en de
zonnewijzer geven het gebouwtje extra uitstraling.
Vermoedelijk was dit de traptoren waarlangs de verdiepingen
bereikbaar waren. De traptoren werd versierd met een mariabeeld onder een gotisch of
neogotisch baldakijn.
In 1771 werd een rococo-voorbouwsel met een dubbele,
arduinen trap toegevoegd. In 1896 werd deze bij een grondige
restauratie terug verwijderd olv. Edouard Bouwens.
Tot in 1862 stonden beneden de banken van de slagers. De eerste verdieping deed
tot 1715 dienst als gildehuis voor de Sint-Jorisgilde. Deze moest toen
weg om plaats te ruimen voor de Hoofdwacht van de Hollandse en Oostenrijkse
garnizoenen.
De zaal op de tweede verdieping deed sinds 1481 dienst voor de rederijkerskamer of
'de Leeuwerkenaars'.
In 1899 werd het oudheidkundig museum naar het Vleeshuis
overgebracht. Na de eerste Wereldoorlog werd het gebouw door allerlei diensten
gebruikt. Pas in 1928 kon het museum gedeeltelijk heropend worden. Vanaf 1946, na de
tweede Wereldoorlog, werd het Vleeshuis geleidelijk als museum heringericht.
Voor meer info, zie www.dendermonde.be onder Cultuur en Toerisme,
monumenten en gebouwen.
Français English
|