De 'Speciale School der Burgerlijke Genie' van de universiteit was oorspronkelijk gevestigd in het Jezuïetenklooster in de Voldersstraat. Ze hadden daar echter een nijpend plaatsgebrek. Professor Pauli vond het daarenboven raadzaam om, in navolging van een aantal buitenlandse voorbeelden, alle specialisatieafdelingen op éénzelfde plek onder te brengen.
Toen werd besloten om een arbeidswijk op de Blankendijnberg op te offeren. Over de gevolgen voor de ruim 300 arbeidersgezinnen, wiens 'rode beluik' in 1882 hiervoor tegen de vlakte moest, wordt nauwelijks gerept in de gemeentearchieven...
Het geheel heeft de vorm van een door straten omsloten vierhoek, en is, ondanks een aantal minder oordeelkundige ingrepen langs binnen, één van de beste voorbeelden van de Belgische staatsarchitectuur uit die periode. Daarin vind je invloeden van second-Empire en neobarok terug. De verschillende afdelingen liggen rond een zestal binnenpleintjes, die meteen ook voor de nodige lichtinval zorgden.
De ingangspartijen kregen een monumentale middenrisaliet. Dit wordt nog meer uitgespeeld door het koepelvormige, zinken dak erboven. De beelden stellen de vier hoofdafdelingen voor, en werden door Dominique Van den Bossche uitgevoerd.
Johan De Bock: 'Het 'opofferen' van de arbeiderswijk moet wel met een korrel zout genomen worden. De beluiken droegen namen als 'Het Luizegevecht'... en waren eigenlijk totaal verkrot en mensonwaardig, en de onhygienische omstandigheden veroorzaakten veel ziektes. Het stadsbestuur wou de buurt dan ook grondig saneren - en de bouw van de universiteitsgebouwen was een prachtig excuus...'
Français English
|