In de 13e eeuw stond op deze plek een kapel, die aan Johannes de Doper gewijd was. In het derde kwart van de 13e eeuw werd deze tot parochiekerk gepromoveerd. In de 14e eeuw werd de kerk vergroot. Tijdens de 2e helft volgde een grote verbouwing, en in 1483 werd de verbouwde kerk gewijd door Hendrik de Berges, bisschop van Kamerijk. Het gebouw was opgetrokken uit zachte, witte zandsteen, en is voor Brabantse gotiek opvallend sober.
In 1546 liep de kerk ernstige schade op bij de ontploffing van de Zandpoort, en in 1566 plunderden de geuzen de kerk tijdens de godsdiensttroebelen. Nadat in 1572 Mechelen veroverd was door de legers van Alva, werd de kerk tussen 1580 en 1582 tot kazerne en paardenstal gedegradeerd. Tegen het einde van de 16e eeuw restte aldus een puinhoop.
In 1585 werd het gebouw opnieuw tot kerk gewijd, en kon een langzame heropbouw aangevat worden. De broeders van het nabijgelegen klooster leidden de dienst.
In 1784 werd het kerkhof, dat rond de kerk lag, om hygiënische redenen afgeschaft, in navolging van een edict van keizer Jozef II uit Oostenrijk.
Daarna kwam de Franse Revolutie, die alweer voor de nodige schade zou zorgen. In 1794 verhuisde de triptiek van Rubens naar Parijs. Op 1 oktober 1797 werden een reeks reliëfs van de buitengevels vernield door Franse soldaten. In 1799 werden gebouwen en inboedel openbaar verkocht. Gelukkig werd het geheel door een rijke parochiaan, J.J. Cuypers gekocht, die de eigendommen terugschonk aan de parochie. In 1803 werd de kerk opnieuw als parochiekerk in gebruik genomen.
De forse, 15e eeuwse westertoren vertoont een duidelijke aarzeling t.o.v. de gotiek. Hij heeft horizontaliserende lijsten, wat in tegenspraak is met het vertikalisme van de gotiek. Er zijn ook nog rondboogvensters te zien. Bovenaan zitten de galmgaten dan wel in de voor gotiek gebruikelijke spitsbogen.
Het driebeukige schip en het transept vertonen duidelijker hun gotische aard. De transeptarmen eindigen op grote spitsboogvensters.
In de loop van de 17e eeuw werden verscheidene vensters van het koor dichtgemetseld, om alzo een betere belichting voor de triptiek van Rubens op het hoofdaltaar mogelijk te maken.
De sacramentskapel, die na de ontploffing in 1548 werd toegevoegd naast het koor, werd in 1708 in de diepte uitgebreid, zodat ze even ver doorliep als het koor.
Tijdens het begin van de 18e eeuw werd ook het oorspronkelijke kruisribgewelf van de middenbeuk vervangen door een barok tongewelf. In 1722 werd o.a. dit gewelf met stucwerk afgewerkt.
Het interieur herbergt een schat een barokke kunstvoorwerpen. We noemen er enkele van.
De preekstoel uit 1736-1741 werd door Theodoor Verhaegen vervaardigd. Onder de kuip staat Jezus afgebeeld als goede herder. Hij wordt omringd door 3 mannen van verschillende leeftijd, wat voorstelt dat hij de Herder is voor alle leeftijden. Er is ook een moeder met kind, als symbool voor de liefde. Op de kuip worden de 2 andere goddelijke deugden afgebeeld : het geloof door het kruis en de hoop door het anker. De kuip wordt omgeven door putti.
De armenmeesterbanken bij de westertoren werden vervaardigd door Pieter Valckx in 1784. De ene is versierd door een reliëf dat de vermenigvuldiging der broden voorstelt, het andere de bevrijding van de Christelijke slaven.
De orgelkast is ook van de hand van Pieter Valckx. Deze vervaardigde het orgel naar de plannen van zijn net overleden leermeester Theodoor Verhaegen. Op de top van het orgel prijkt koning David als virtuoos harpspeler. Koning David werd wel meer geassocieerd met muziekinstrumenten in kerken.
Biechtstoel werd gemaakt door Nicolaas van der Veken uit 1692. De beelden stellen de heiligen Jacobus en Augustinus als kerkleraar voor. De buste (bijzonder voor een biechtstoel!) links stelt de heilige Franciscus van Sales voor. Die rechts is de heilige Carrolus Borromeus. De putti met de weegschaal in het centrum stelt de rechtvaardige boete voor die de priester moet uitspreken.
Het kleine Onze-Lieve-Vrouwebeeldje is gesneden uit de eik waarin zich het mirakelbeeldje van Scherpenheuvel zelf bevond. Dit werd door Antoon Fayd'Herbe vervaardigd in 1623. De troon waarop dit staat dateert uit het begin van de 18e eeuw. Achter en boven dit beeldje bevindt zich het middenluik van de Sint-Rochustriptiek door Lucas II Franchoys. Hij kreeg de opdracht tot dit schilderij in het kader van een vreselijke pestepidemie die in 1669 door West-Europa woedde.
'Johannes de Doper in de woestijn' door Willem Herreyns dateert uit 1813. Dit schilderij stelt Johannes de Doper voor, die gehuld in een ruw kleed van kamelenhaar, mediteert. De woestijn is wel naar de beboste kant... Van het schilderij 'De Heilige Franciscus van Assisi' door Willem Herreyns kennen we de datum niet. Het werd door pastoor Voet in 1838 aan zijn parochie geschonken, en is wellicht afkomstig uit de na de Franse Revolutie openbaar verkochte inboedel van een klooster.
Gedenkteken voor Jacob van Leynen dateert uit de 19e eeuw. Het beeldje uit witte marmer, dat dit 19e eeuwse kunstwerk siert, stelt de heilige Anna en Maria voor, en dateert uit de 17e eeuw. Het is van de hand van Hiëronymus Duquesnoy.
Het schilderij 'De 4 evangelisten' is een zeer goede kopie van een werk van Jacob Jordaens, waarvan het origineel zich in het Louvre te Parijs bevindt.
Het altaar van de sacramentskapel werd door Willem Herreyns ontworpen, en door Pieter Valckx uitgevoerd. Het schilderij, 'Christus bij de discipelen van Emmaüs' werd door Willem Herreyns geschilderd, en is duidelijk op het werk van Rubens geïnspireerd.
De beroemdste kunstschat is ongetwijfeld het drieluik bij het hoofdaltaar: 'De aanbidding der wijzen' door Rubens zelf. Het contract voor de aankoop van dit werk werd op 27 december 1616 afgesloten. De aankoopsom, 1800 gulden, werd in schijven afbetaald (de laatste betaling gebeurde in 1624). In 1617 leverde Rubens het schilderij, waarbij hij het ter plaatse nog eigenhandig retoucheerde. In 1768-69 werd het verwerkt in het nieuwe hoofdaltaar door Pieter Valckx, waarbij de originele eenheid verloren ging. In 1794 werd dit schilderij naar Parijs verzonden, maar in 1816 keerde het terug.
Naast het hoofdaltaar zitten 2 reliekwieënkasten door Lucas Fayd'Herbe uit 1674 en 1676. In de muur van het koor is een grafsteen verwerkt uit rond 1577. Dit is de grafsteen van Lambert van Briaerde en Marguerite Micault. Lambert de Briaerde bekostigde de uitbereiding van de Sacramentskapel, en overleed in 1577.
Het koorgestoelte dateert uit rond 1600.
Aan de zuidkant van het koor hangt een reeks schilderijen. Deze werden door Lucas II Franchoys en door Garpard de Craeyer vervaardigd.
Nicolaas van der Veken vervaardigde 'de heilige drievuldigheid met de christene slaven' in 1680. De engelen in de troonhemel van deze beeldhouwwerkgroep werden in 1726 door Theodoor Verhaegen vernieuwd.
Het middentafereel van de triptiek 'Heilige Geesttriptiek' werd door Lucas I Franchoys geschilderd. De zijluiken werden door zijn zoon, Lucas II vervaardigd.
De kerkmeesterbanken door Theodoor Verhaegen werden in 1729-1730 gemaakt en in 1744.
Français English
|