In de 14e eeuw lieten de Graven van Vlaanderen hier een nieuw paleis
optrekken. Tijdens de 15e eeuw zouden hier de hertogen van Bourgondië verblijven,
waarbij hun kasteel luxueuzer uitgebouwd werd. Hier verbleven niet alleen
de hertogen zelf, maar ook een gedeelte van hun personeel, ambtenaren en gasten.
Na de dood van Maria van Bourgondië in 1482, werd het geheel nog zelden op dit hoge
niveau gebruikt. In 1576 verkocht Filips II een gedeelte van de gebouwen en in 1631
werd ook de rest verkocht.
In 1662-1663 werden de gebouwen aan de Noordzandstraat afgebroken. De rest werd
betrokken door Engelse Franciscanen.
In 1888 kwam het Prinsenhof in handen van de Dames de la Retraite du Sacré-Coeur,
die twee neogotische vleugels toevoegden. De 19e eeuwse
hoofdvleugel, verscholen achter een smeedijzeren poort, heeft op de hoek
een indrukwekkende, ronde traptoren, die bovenaan een
uitkragende boogfries draagt, en die
aan het gebouw een toets van middeleeuwse burcht toevoegt. Het
schilddak wordt doorbroken door
dakkapellen (met hogels,
drielobtraceringen, pinakels en kruisbloemen
versierd) en wordt door een vorstkam bekroond.
De haakse zijvleugel bestaat bestaat uit 2 stukken. Het hoogste gedeelte draagt op
de hoek een ronde arkeltoren, aangezet op de derde verdieping.
Het lagere gedeelte van deze vleugel draagt een gekanteelde
borstwering, die uitkraagt op een boogfries.
Français English
|