Van haar laatromaanse oorsprong heeft deze kerk nog haar
achthoekige vieringtoren bewaard.
In 1842-44 werd de kerk grondig aangepast in een sobere
neoclassicistische stijl volgens de plannen van Minard.
Hij veranderde trouwens ook de oriëntatie. Het vroegere zuidertransept werd omgevormd
tot portaalcomplex, met daaraan aanpalend de doopkapel. Men komt de
kerk dus binnen in de vroegere viering. Het driebeukige
schip is onder één zadeldak ondergebracht.
Het interieur is classicistisch. Het
hoofdaltaar uit rond 1850 werd door Karel
Bruggeman vervaardigd. Ook de zijaltaren en de preekstoel
dateren uit die periode. De biechtstoelen zijn ouder: de oudste is 17e
eeuws, de tweede dateert uit 1732.
De 18e eeuwse orgelkast bevat sinds 1956 een
orgel door de firma Loncke.
In het koor is het plafond met
fraaie
plafondschilderingen versierd. Geert De Baets: 'Deze
plafondschilderingen werden in 1961 vervaardigd door de Gentse kunstschilder Oscar
Hooghe.' Van de schilderijen vermelden we 'Onze-Lieve-
Vrouw schenkt scapulier aan Heilige Simon Stock' door Jozef
Pauwels uit 1847, en 'Visioen van Sint-Hubertus' door
Theodoor De Heuvel uit 1848.
Rob De Jaeger die ons corrigeert (waarvoor dank!!): De St-Adrianuskerk werd in de
19de eeuw niet opgetrokken in neoclassicistische stijl, maar in neo-
Romaanse stijl. Het enige neoclassisistische element is een driehoekig
fronton onder de vieringtoren. Het fronton moest wellicht dienen om de
sporen van de afbraak van het oude koor te verbergen. Minard heeft geen meesterwerk
afgeleverd want het fronton in combinatie met het veel te hoge zadeldak dat de
westkant van de toren verbergt, hebben er voor gezorgd dat de kerk pas laat als
beschermd monument werd opgelijst. Het zuidertransept heeft een (het enige) laat
gotisch spitsboogvenster, getuige van een 15-de eeuwse verbouwing.'
Français English
  
|