willekeurig
hitparade
plaats
soort
naam
element
stijl
architect
vroeger
main
--> Hoofdblad --> Lijst van alle plekken Of Vorige
Men vindt deze plek vrij mooi! Gemiddelde score: 5.5 door 2294 willekeurig stemmers.
En U??? Stem op de plekken in België via Willekeurig
(Ref:0005333)




Toon map op Google Maps

Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men te ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN
(Meir 54)

Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN foto
Foto door Jan Boeykens (@Quernus)




Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN foto: Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN foto: Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN foto: Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN foto: Den Cleynen Sint-Arnold - We-Men ANTWERPEN 1 (centrum) / ANTWERPEN foto:
Klik op de kleine foto's om ze te vergroten, klik op de grote foto voor een maxi-formaat.

Frits Schetsken: 'Architect Bartholomeus Proost zet in 1854 aan de Meir een staaltje van neo-Second Empirestijl neer. Op een bestaande 18de-eeuwse begane grond bouwt hij een klassiek geordonneerde bovengevel, waarbij hij onder de puilijst Ionische consoles aanbrengt en bovenaan Corinthische zuilen worden gesuggereerd. De bel-étage is zeer hoog, met daarop een mezzanino, die wordt bekroond door een klassieke zware attiek met een portret van Rubens.

Dankzij We-Men - de Nederlandse herenmodeketen die hier een filiaal vestigde - is Den Cleynen Sint-Arnold in 1992 mooi gerestaureerd en wie goede ogen heeft leest bovenaan de latijnse tekst ‘1567. Has aedes illustrissimi Rubeni Joannes et Maria Pypelincx in habitaverunt. Parentes RE.AED. 1854.’ Een hele mondvol en dan nog niet eens echt correct. Er staat weliswaar dat in dit huis Jan Rubens en zijn vrouw Maria Pijpelincx hebben gewoond, maar eigenlijk was het de woning van Hendrik Pijpelincx, grootvader van onze beroemde Rubens.

Het huis aan de Meir dateert van 1854 en is dus zeker niet het oorspronkelijk woonhuis van ma's ouwelui. Toch starten we hier ons verhaal.

Hendrik Pijpelinckx’ schoonzoon Jan Rubens is advocaat en schepen van Antwerpen met calvinistische sympathieën, zoals heel wat intellectuelen in die dagen. Maar Jan beseft dat dit soort ideeën niet zo erg gezond zijn, wanneer koning Filips II na de beeldenstorm van 1566 landvoogdes Margaretha van Parma door de hertog van Alva vervangt. Daarom verhuist het gezin Rubens naar Duitsland, waar Jan werk hoopt te vinden in de nabijheid van Willem van Oranje, leider van het verzet tegen de Spaanse dominantie van de Nederlanden.

En het lukt, Jan wordt de persoonlijke raadsman van Willems tweede vrouw Anna van Saksen in haar residentie te Siegen. Willem is niet met Anna getrouwd om haar mooie ogen of haar aangename karakter - ze is nogal onberekenbaar in haar doen en laten - maar in de hoop financiële en materiële hulp te krijgen van haar familieleden, de lutherse keurvorsten van Saksen. Die zien echter niet direct welk voordeel ze uit Willems risicovolle onderneming halen, ze houden de knip op de geldbeugel.

Daarmee taant de interesse van Willem voor zijn vrouw zienderogen en Anna voelt zich eenzaam, want haar echtgenoot doet permanent overuren voor zijn revolutie. Ze gaat te rade bij haar raadsman, die haar spoedig ook met daad bijstaat. Helaas, iets te nadrukkelijk en wanneer Anna haar voorbehoedsmiddelen vergeet en zwanger raakt, kan Willem daar niet mee lachen. Zo leert Jan de binnenkant van de kerker van de Dillenburg kennen, terwijl Oranje het voorval aangrijpt om van Anna te scheiden.

Maria Rubens-Pijpelinckx weet haar man tegen de losprijs van zowat het complete familiefortuin van de doodstraf te redden, waardoor Jan alsnog een historische daad kan stellen: onze Pieter Paul aanschouwt op 28 juni 1577 het leven tijdens het huisarrest dat pa is opgelegd in Siegen.

Als Jan Rubens na tien jaar weer vrij is om te gaan en te staan waar hij wil, verhuist het gezin naar Keulen, waar ma een winkeltje begint en pa zijn advocatenpraktijk opnieuw leven inblaast. Maar de kerkers hebben Jan geen goed gedaan en in 1587 legt hij het loodje en de wetboeken erbij neer. Dat wordt voor zijn vrouw aanleiding om in 1589 met haar drie kinderen naar Antwerpen terug te keren.

Ze trekt hier op de Meir bij haar zuster in; pa en ma zijn intussen overleden. Maria Pijpelinckx weet zich spoedig weer in de Antwerpse betere milieus te integreren en stuurt haar zonen Filips en Peter Paul naar de Latijnse school. Daar leert Peter Paul klasgenootje Balthazar Moerentorfs kennen, een ontmoeting waar hij later nog de vruchten van zal plukken. Daarnaast maakt hij kennis met een handvol oudere lieden: Tacitus, Seneca, Horatius, Plutarchus, Virgilius en dat nog voor zijn 14de jaar. Ze duiken later opnieuw op in zijn schilderijen, in de gedaante van Griekse goden en allegorieën.

Moeder voorziet ook een introductie in de betere kringen: Pieter Paul wordt aangenomen als page in Oudenaarde bij Marguerite de Lalaing-d'Arenberg, gravin de Ligne. Hij proeft er van het hofleven, maar dat smaakt hem niet echt. Daarom zeurt hij zijn moeder net zo lang aan haar hoofd om schilder te mogen worden, dat ze een ver familielid opzoekt. Bij Tobias Verhaegt zal Pieter Paul echter maar enkele maanden blijven, buiten een dosis basic-kennis valt er voor de jongen niet zoveel te leren. Hij stapt over naar Adam van Noort, een ouwe rot in het vak, die later ook leermeester van Jacob Jordaens zal worden - en zelfs diens schoonvader. Maar ook deze man blijft de getalenteerde pupil niet eindeloos boeien. Na vier jaar bij Adam ontdekt hij iemand, die reeds kennis heeft gemaakt met een nieuw uit Italië overwaaiende trend, de renaissance. Dat is Otto van Veen, die zijn naam al verlatiniseert tot Venius. Door hem aangemoedigd, besluit Pieter Paul na het behalen van zijn meesterschap in 1598 zelf een reis naar Italië te ondernemen. Wanneer Maria Pijpelinckx in 1601 verhuist naar de Kloosterstraat, eindigt de rol van dit huis in het leven van Rubens.'



Français
English




Sponser
Belgium
View
Home
Bronnen
Privacy