Bouwtechnisch is dit een groot bakstenen rijhuis met
speklagen, eindigend op een trapgevel en een
barokke poort (die evenwel uit een ander huis afkomstig is).
Het is vooral de geschiedenis die interessant is (Frits, bedankt!).
Frits Schetsken: 'Hoewel dit huis al in 1475 bestaat, krijgt het zijn welluidende naam
pas
in 1586 van bewoner Diego Alonso de San Victores. Die heeft kennelijk goede herinneringen
aan de Italiaanse stad Bologna, meer specifiek aan haar culinaire genoegens want ‘la
Grassa’ ofwel ‘de Vette’ verwijst naar dat aspect. Naast ‘la Grassa’ wordt Bologna ook wel
aangeduid met de woorden ‘la Rossa omwille van de rode kleur van de gebouwen en de daken
en ‘la Dotta’ – de geleerde – omdat er de oudste universiteit van de wereld is gevestigd.
Misschien is Diego dan maar snel richting Italië vertrokken, want reeds drie jaar na zijn
intrek verwelkomen we hier al een andere bewoner, een die wel uit Italië komt, maar
ditmaal uit Genua. Jan-Baptist Spinola betrekt in 1589 de woning en die man stamt uit
een oude en zeer invloedrijke Genuese familie. De familienaam dateert uit de tijd van de
Eerste Kruistocht, waarvan een voorouder terugkeert met een in het Heilig Land gevonden
doorn van de doornenkroon van Christus. In het Italiaans heet dat een spinula. De
Spinola’s wedijveren in Genua om de macht met de Doria’s en vandaag kan je er nog hun
Palazzo Spinola bewonderen. Naast kooplui zijn de Spinola’s ook bankiers, die keizer Karel
V geld lenen voor diens oorlogen. Hun financieel imperium heeft vertakkingen tot in
Vlaanderen en Portugal. Ook als veldheren die rijk genoeg zijn om zelf de soldij van hun
troepen te betalen, zijn ze actief. Zo maken de Spaanse Nederlanden kennis met Ambrosio
Spinola, die het in de Tachtigjarige Oorlog opneemt tegen prins Maurits van Oranje-Nassau,
aanvoerder van de opstandelingen uit de afgescheiden Noordelijke Nederlanden. Ambrosio
behaalt op 22 september 1604 de zege bij de drie jaar durende belegering van het
Geuzenbolwerk Oostende en zal later nog de stad Breda veroveren op 5 juni 1625. Vervolgens
trekt hij zich terug in een huis in Brugge, aan wat vandaag de Spinolarei heet. Maar
het zijn ook de Spinola’s die als eerste kooplui Brugge zullen verlaten op aanraden van
aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, om zich in de nieuwe handelsmetropool Antwerpen te
vestigen. En tot in onze tijd heeft deze familie een vinger in de politieke pap te
brokken. Bij de Portugese Anjerrevolutie krijgt António de Spinola op 25 april 1974 het
voorzitterschap van de Nationale Junta aangeboden en wordt hij voor korte tijd president
van Portugal na de fascistische periode van dat land. Na de Spinola’s komen er andere
bewoners, zoals Abraham van Diepenbeeck, in zijn dagen een bekend glasschilder en
medewerker van Peter Paul Rubens. Hij heeft al acht kinderen uit een eerste huwelijk en
als hij in 1652 met een 32-jarige weduwe hertrouwt, komen er daar nog eens vier bij. Je
moest toen natuurlijk ook helemaal voor je eigen pensioenpijlers zorgen. Van Diepenbeeck
overlijdt in dit huis in 1675. Zowat twee eeuwen later koopt Helena Kums in 1828 dit
huis. Zij is al sinds 1813 weduwe van Guillaume Van Celst, hoewel ze dan pas 34 jaar is.
Vier jaar later sticht ze een school voor arme volksmeisjes en gaat zich specifiek
bezighouden met de opvang van alleenstaande zwangere meisjes en weeskinderen. Nadat zij
deze kinderen hier enige tijd opvangt, verhuist haar instelling in 1832 naar een groter
onderkomen met kapel aan de Sint-Jacobsmarkt 15, waar ook een congregatie van zusters van
het Heilig Hart van Jezus haar in die opvangtaak zullen bijstaan. Wanneer Helena in 1864
overlijdt zet haar dochter Sofie de activiteiten van de instelling verder en sinds 1951
wordt het Instituut Van Celst een privéschool met een handelsafdeling om in 1960 door te
groeien tot een TSO-school, vanaf 1968 ook in een modern gebouw aan de Italiëlei, waar
onder meer een opleiding in Toerisme wordt gegeven en zodat alles wat op de website van
Belgiumview staat voor deze leerlingen onder ‘Inkomend Toerisme’ valt. Ons verhaal is
daarmee nog niet ten einde. Bolonia la Grassa wordt in 1925 verkocht aan de firma Bracht
en Cie, bankiers, verzekeraars, handelaren in onroerend goed en leer en mede-eigenaar van
rubberplantages in Indonesië, samen met Bunge, thans beursgenoteerd als Sipef. De familie
Bracht is midden 19de eeuw vanuit Duitsland naar Antwerpen gekomen. Nadat ze hun zaak in
dit huis hebben gevestigd, volgt in 1928 een ingrijpende restauratie, waarbij naar
vroegere versies van de woning wordt teruggegrepen. Ook het ‘Spaans poortje’, zoals dit
type barokke ingangsportalen in Antwerpen worden genoemd, is toen aangebracht. Want het is
niet origineel voor dit pand bedoeld, het is afkomstig van een gesloopt huis in de
Twaalfmaandenstraat en Bracht kreeg het cadeau van het Antwerpse stadsbestuur. Het jaartal
1665 boven de poortboog slaat dus niet op dit huis. Van de Brachts is vooral baron
Charles Victor Bracht landelijk bekend geworden in 1978. Een 39-jarige scheepselektricien
wachtte op 7 maart 1978 de baron in een parkeergarage aan de Korte Klarenstraat op,
overmeesterde en ontvoerde hem. Daarna vroeg de zich Dexter noemende man losgeld.
Rechercheurs herkennen echter zijn stem en weten dat het om Marcel Van Tongelen gaat.
Wanneer de ontvoerder geen bewijs kan leveren dat hij werkelijk Bracht in zijn macht
heeft, wordt er geen losgeld betaald. Wanneer op 10 april het dode lichaam van de baron
wordt gevonden, blijkt dat hij reeds bij de aanval in de parkeergarage overleden moet
zijn. De dader wordt snel gevat en op 29 februari 1980 ter dood veroordeeld, in feite dus
levenslange opsluiting. Bij het schrijven van deze tekst – februari 2013 - hangt er op
een ruit van Bolonia la Grasse de mededeling dat het pand, plus het buurhuis Sint-
Franciscus op nr.43, worden verbouwd om het te verkopen als ‘opbrengsteigendom’. Dat wil
dus zeggen ‘om te verhuren’ – helaas meestal geen goede zaak voor de toekomst van
historische huizen.'
Français English
|