Frits Schetsken: 'Op 20 december 1593 geeft paus Clemens VII een groep monniken die zich 
strenger wensen op te stellen als de rest van hun ordebroeders toestemming om zich los te 
maken van de grote karmelieten en voortaan als ongeschoeide karmelieten hun 
eigen weg te gaan. Hun zusters zijn hen daarin reeds bijna dertig jaar voorafgegaan onder 
leiding van Theresia van Avilla, Johannes van het Kruis en Petrus van Alcantara. Vanuit 
Spanje, waar het allemaal begint, breidt de nieuwe kloosterorde zich over de rest van 
West-Europa uit en op 20 augustus 1610 arriveren de eerste blootvoetse karmelieten in de 
Spaanse Nederlanden. Niet lang daarna worden ze ook in Namen gesignaleerd, waar ze een 
klooster stichten nabij de Rue de Fer. Tussen 1627 en 1655 komt er een 
kerk, waarvan het schip nog in de gotische traditie wordt 
gebouwd, maar de voorgevel langs de Rue de Fer duidelijk barok ademt met 
zijn klokvormige top, de krullende voluten naast het grote 
venster en de tempelachtige entree, waarheen je via twee zijtrappen opklimt. Het is 
aanvankelijk nog een kloosterkerk, van waaruit de karmelieten hun boodschap brengen aan 
wie die wil horen. Sint-Jozef staat dan al wel op het voorplan bij deze paters, maar is 
nog geen patroonheilige van hun kerk. Ook hebben zij dan nog geen weet van het fraaie 
smeedijzeren hekwerk tussen de kerk en de straat, dat is 20ste-eeuws. Op 27 oktober 1795 
beslist in Parijs het Directoire dat religieuze orden voortaan verboden zijn en dat hun 
goederen aan de kinderen van de Revolutie toekomen. Daarmee verdwijnen de Naamse paters 
uit hun klooster. Als paus Pius VII op 15 juli 1801 een concordaat met Eerste Consul 
Napoléon Bonaparte bereikt, mogen de parochiekerken weer open, maar de geestelijken kunnen 
nog niet terugkeren naar hun kloosters, zodat deze kerk gesloten blijft. Dat 
verandert pas wanneer Napoléon op 18 juni 1815 wordt verslagen bij Waterloo, op zowat een 
toenmalige dagreis van Namen. In 1818 wordt deze kerk heropend, niet langer als 
kloosterkerk, maar als een aan Sint-Jozef gewijde parochiekerk. In de nissen 
van de bakstenen voorgevel prijken naast deze patroon nog wel twee 
karmelietenheiligen. Links Theresia van Avilla, rechts Johannes van het Kruis. Ze komen 
allebei uit Spanje, meer bepaald uit de streek van Salamanca. Zij is van rijke komaf, heet 
eigenlijk Teresa de Cepeda y Ahumada en is ingetreden in een karmelietessenklooster te 
Avilla, maar vindt dat het er daar maar slapjes aan toegaat, zodat ze die zusters wat 
strenger in het gareel wil hebben. Een ordehervorming dringt zich op en bijgestaan door 
haar biechtvader Petrus van Alcantara en de zevenentwintig jaar jongere Giovanni della 
Croce (Johannes van het Kruis), lukt het haar om de ongeschoeide karmelietessen te 
stichten. De naam van de orde is al oud, daterend uit de tijd van de Kruistochten, wanneer 
bedevaarders naar het Heilig Land zich als kluizenaars vestigen op de berg Karmel nabij 
Haïfa. Nadat het daar later wat onveilig wordt door het succes van de moslims, komen ze 
naar Europa terug. Binnen in deze Sint-Jozefkerk staan er barokke zij-
altaren uit 1673, wacht er een gotische Maagd Maria en zijn er glasramen 
te bewonderen uit de 20ste eeuw, die tussen 1955 en 1961 zijn vervaardigd door Marie-Louis 
Londot, Namenaar van geboorte (1924). Een veelzijdig kunstenaar die in heel wat kerken in 
de provincies Namen en Luxemburg actief is geweest, onder meer in het beroemde kerkje van 
Waha, al moet hij daar de roem delen met de nog bekendere Jean-Michel Folon. Maar helaas, 
je kan al dat fraais vandaag niet gaan bekijken, want sinds 12 maart 2008 is de kerk om 
veiligheidsredenen gesloten. Er moet dringend wat gerestaureerd worden, vooral het gebinte 
is een bron van zorg. Die houten dakconstructie is zonder spijkers ineengezet en begint 
gevaarlijk door te hangen, wat ook de druk op de zijgevels vergroot, zodat die het op 
termijn zouden kunnen begeven. Maar er zijn plannen tot herstel van dit in 1936 als 
monument beschermde gebouw. De normale kerkdiensten gaan voorlopig door in een kapel aan 
de achterkant van de kerk, bereikbaar via een doorgang rechts naast de kerk naar de daar 
lopende Rue des Carmes, op zich ook al een apart straatje, parallel aan de Rue de Fer.' 
  Français English
 
 
 
    
 
  |