Johan De Bock: 'Op de hoek van de Koestraat en de Vogelmarkt vinden we dit huis in
empirestijl. Het gelijkvloers van dit gebouw is de jongste 20 jaar dikwijls
van uitzicht veranderd, de uitbaters wisselen nogal en iedereen wil er zijn eigen cachet
aan geven. Nadat er diverse kledingzaken in gevestigd waren, verkopen ze er nu pralines.
Hier stond vroeger de Kleine Ameede, een 14e eeuws steen. In dit steen zouden de
gebroeders Van Eyck (en allicht hun zuster, die waarschijnlijk het meeste
schilderwerk deed) in 1432 verbleven hebben tijdens het schilderen van het Lam Gods.
In 1828 werd dit steen vervangen door het huidige gebouw, ontworpen door architect
Louis Minard (ja, die van de schouwburg). Hij was trouwens druk bezig in
deze buurt: ook het huis van Jacob Van Artevelde op de nabijgelegen Kalendenberg (nr 7)
werd door hem in 1834 verbouwd.'
Rudy van Elslande : 'Op de hoek van de Koestraat en de Vogelmarkt vinden we dit drie
bouwlagig huis in empirestijl onder een schilddak. Het werd in 1828 gebouwd n.o.v.
architect Minard in opdracht van De Rudder-Van Winterghem. Het verving de Kleine Ameede
(betekenis: stagboom of afsluiting), een 14de eeuws steen.
Het gelijkvloers van dit gebouw is de jongste 20 jaar dikwijls van uitzicht veranderd,
de uitbaters wisselen nogal en iedereen wil er zijn eigen cachet aan geven. De middelste
uitstekende hoektravee rustend op een omlopend balkon is zowel
langs de zijde van de Koestraat, als langs de Vogelmarkt voorzien van bas-
reliëfs met als voorstelling de hoornen des overvloed. Deze voorstellingen worden
links voorzien van het zgn. portret van Hubert van Eyck en rechts dat van zijn broer
Jan ingeschreven in bloemenkransen. Voor deze portretten werd teruggegrepen
naar de vermelding in het Schilderboeck (1604) van Karel van Mander die de voorste ruiter
op het (gestolen) paneel van de rechtvaardige rechters van het Lam Gods (eertijds: Gent,
St.-Baafskathedraal) identificeerde met Hubert en de vierde met Jan.
Volgens overlevering zouden in dit huis door de broers het wereldberoemd Lam
Godsretabel (Gent, St.-Baafskathedraal) geschilderd zijn.
Aan de basis van deze bewering ligt meer dan waarschijnlijk het zicht op de
buitenluiken van dit veelluik. Dit middeleeuws straatzicht met links twee kleine steegjes
en rechts een torentje met in de verte een toegangspoort werd reeds in het begin van de
19de eeuw geïdentificeerd met de een zicht op het torentje van de Wolweverskapel en de
Walpoort in de Korte Dagsteeg te Gent, m.a.w. het zicht vanaf de Kleine Ameede.
Vooreerst valt op te marken dat Jan en Hubert niet samen in Gent verbleven. Hubert
woonde tussen 1423 en 1426 samen met zijn zus (Margaretha of Levina) in de Arteveldestad
(beiden te Gent overleden in 1426). Jan voltooide het Lam Gods retabel na zijn
reis naar Portugal (1429-1340)(zuiderse plantengroei op het retabel) en voor de
inhuldiging van de Vytkapel (6 mei 1432), waar het retabel prijkte. Jan was niet alleen
naar Gent gekomen om de panelen van het onafgewerkte Lam Godsretabel te voltooien. Meer
dan waarschijnlijk heeft hij zijn bijdrage als hofschilder en diplomaat van hertog Filips
de Goede geleverd tijdens de onderhandelingen in 1431 te Gent om een einde te maken aan de
100 jarige oorlog tussen Bourgondië (- Vlaanderen), Frankrijk en Engeland.
De Kleine Ameede werd in de periode dat de gebroeders van Eyck te Gent verbleven,
bewoond door Pieter van der Weeden. Dit steen was in die periode niet – zoals vandaag -
het hoekhuis van de straat. Daarnaast op de huidige Vogelmarkt stonden er nog twee
woningen. Dit hoekhuis werd in 1423 bewoond door Lauwerijns de Zomer, daarna in 1427 door
de “cyrurgien” Jan van Putthem en omstreeks 1437 door de backer Heynric den Zuttere. Het
andere huis werd toen bewoond door Lievin Goessins. Dit betekent tevens dat men tijdens de
middeleeuwen onmogelijk een dergelijk zicht vanaf de Kleine Ameede kon hebben, daar dit
steen een rijwoning was.
Het zicht op het Lam Gods is trouwens geschilderd door Jan. De onderliggende tekening
van Hubert laat veronderstellen dat oorspronkelijk een geschilderde nis, zoals op het
onderste register van het gesloten retabel, op dit luik voorzien was.
Jan van Eyck was zeker geen pleinairist die - zoals in de 19de eeuw - een schildersezel
in de stad stelde om er een zicht te schilderen. Zijn landschappen zijn opgebouwd met nog
steeds gekende gebouwen uit verschillende steden. Zo herkennen we in het Hemelse Jeruzalem
op het middenluik van het Lam Gods (Gent, St.-Baafskathedraal) o.a. de Gentse St.-
Niklaaskerk, de Paltskapel te Aken, enz..
De mogelijkheid bestaat dat de panelen van het Lam Gods na de dood van Hubert (+ 1426)
bewaard werden in het huis de Ekster, een woning gelegen naast het steen van Joos Vyt
(schenker van het Lam Gods), in de Gouvernementstraat. Joos Vyt had de Ekster kort
na de dood van Hubert (+ 1426) aangekocht en kort na de voltooiing van het Gentse retabel
(1432) terug verkocht. Nog in 1488 werd het achterste deel van de Ekster vermeld als
schildershuis. De vermeende portretten zouden eerder aan de gevel van dit huis kunnen
opgesteld worden, was het niet dat men de Ekster heeft afgebroken voor de aanlag van de
Henegouwenstraat.
Bibl.:
Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4 Na Stad Gent, Brussel
1976, blz. 212-213.
DESEYN G., Gids voor oud-Gent Antwerpen 1985, blz. 223.
VAN ELSLANDE R., De van Eycks te Gent, in: Ghendtsche Tydinghen,
12de jg, 1983, blz. 151-165.
VAN ELSLANDE R., De van Eyck's te Gent II: De verblijfplaatsen,
in: Ghendtsche Tydinghen, 12de jg., 1983, blz. 268-277.
VAN ELSLANDE R., De van Eyck's te Gent III: Hun oeuvre, in:
Ghendtsche Tydinghen, 13de jg., 1984, blz. 29-39.
VAN ELSLANDE R., De van Eyck's te Gent V: Leerlingen en
medewerkers (1e deel), in: Ghendtsche Tydinghen, 13de jg. 1984,
nr. 5, blz. 319-332.
VAN ELSLANDE R., De van Eyck's en het Prinsenhof te Gent, in:
Ghendt¬sche Tydinghen, 13de jg., 1984, nr. 3, blz. 180-192.' K. Ooms : 'Mooi; alleen jammer van die Neuhauswinkel beneden. Zulke verminkingen zouden moeten verboden zijn.'
Français English
|