De Genuese loge werd gebouwd vanaf 1399 door de Genuese kooplieden met een gevel in Balegemsteen. Uit die tijd stamt ook de tweebeukige kelder, met 3 middenzuilen. Ook de grote zaal op het gelijkvloers heeft 10 fraaie, originele kraagstenen.

De binnenruimte wordt verlicht via brede, gotische spitsboogvensters met daarin het nodige maaswerk met drielobtraceringen en vierpasbogen.

In 1441 werd het geheel uitgebreid met het Huis van de Consul (Grauwwerksersstraat 1). Toen omvatte het geheel naast een vergaderzaal en een verkoopszaal ook een magazijn.

In 1551 verlieten de Genuezen de stad. Het gebouw stond leeg tot in 1578 de gilde van de witte saaiwevers (wevers van lichte wollen stoffen) uit Hondschote er hun gildehuis in vestigden. Zij noemden het gebouw 'Saaihalle'.

Oorspronkelijk was de geveltop een trapgevel. De geveltop werd omgevormd tot klokgevel in 1720.

Het tympaan in het boogveld boven het portaal stelt het gevecht voor van Sint-Joris, de patroonheilige van de stad Genua, met de draak.

Ook het huis van de consul is merkwaardig. Het is één van de oudste voorbeelden van Brugse traveeën.

In 1849 volgende nog een vrij drastische aanpassing. Toen kreeg het Huis van de Consul een extra verdieping.

Evy Van Praet: 'Nu is hier het frietmuseum gevestigd.'