Dit gotische stadhuis met
belforttoren dateert uit de 15e eeuw, en is ongetwijfeld één
de van mooiste voorbeelden van burgerlijke, brabantse gotiek.
De linkervleugel met een kleine belforttoren werden tussen 1401 en 1420 gebouwd
onder leiding van architect Jacob (Jacques) van Thienen.
De eerste steen van de rechtervleugel werd gelegd door Karel de Stoute in 1444 en
was af in 1448.
Het originele belfort, dat te klein leek tussen de twee vleugels, werd met
architect Jan van Ruysbroeck herbouwd tot een 97 meter hoge
belforttoren, en was af in 1455. Deze toren heeft geeft een
ranke, luchtige indruk. Hij is via luchtbogen ondersteund en
rijkelijk versierd (oa met waterspuwers). Het 5 meter hoge,
koperen beeld dat de met goudkleurige
hogels versierde torenspits bekroont
stelt Sint-Michiel voor die een draak verslaat. Sint-Michiel is de patroonheilige van
Brussel, en het beeld is van de hand van Maarten van Rode.
De voorgevel bevat de beelden van de hertogen en
hertoginnen van Brabant. Zij bekijken de Grote Markt vanonder met
hogels versierde baldakijnen.
De achterbouw is veel recenter. Hij werd opgetrokken tussen 1706 en 1711 in
classicerende barok.
Voor de nachtelijke foto's bedanken we Bart Van
Oudenhove.
Alexandra Rondas: 'Bovenop de belforttoren staat Sint-Michiel, de patroonheilige
van Brussel die een functie van windrichtingwijzer bekleedt. Ook binnenin het
stadhuis is hij in vele zalen te bezichtigen. Het interieur dateert niet vanuit de
15e eeuw door de brand die er woedde. In de trouwzaal, die vroeger als rechtszaal
werd gebruikt. Staan de belangrijke families van brussel en alle ambachten op het
plafond. Op het binnenplein staan twee allegorische beelden, die stellen de Maas en
de Schelde voor. Tevens staat voor ieder deel van het stadhuis op de stoep geschreven
van welke data het deelgebouw dateert. Leuk om te weten is dat elke burgemeester van
Brussel een buste krijgt die dan tentoongesteld wordt op de trappenhal die leidt naar
het huidig kabinet van de burgemeester. In de wachtkamer van de burgemeester bevinden
zich olieverfschilderijen met allemaal taferelen van Brussel mét de Zenne erop.'
Naar Eric Francart: 'Het spijt me, maar het stadhuis van Brussel is niet ook het
belfort van Brussel. Dit is in 1714 ingestort. Kijk op :
http://bruxellesanecdotique.skynetblogs.be/post/6603279/le-beffroi-de-bruxelles . Ik
heb in een oud boek een gravure teruggevonden van het belfort, dat zich tov de Sint-
Nicolaaskerk zou bevonden hebben. '
Jean - Claude AHN: 'Het stadhuis van Brussel is ongetwijfeld het mooiste
stadhuis van ons land. Het overtreft in rankheid en stijl alle andere stadhuizen uit
die tijd ook dat van Leuven. Vooral de gotische toren van het stadhuis met het Sint-
Michielsstandbeeld daarbovenop heeft menig bezoekers diep beïndrukt.'
Jean Claude Ahn: 'In tegenstelling met de meeste beschrijvingen is het geen draak
die de aartsengel Sint Michiel tevens beschermheilige van Brussel verslaat maar wel
een duivel. Kijk nauwlettend naar het beeldhouwerk, dan zult u gauw opmerken dat het
niet om een fantasierijk dier gaat maar wel om een zwarte kwaadwillige mens gaat.'
André WILLEMS: 'Ikzelf ben tien jaar Rijkswachter geweest te Brussel. Nu heb ikeen
zware vraag aan Jullie.Een van de Architecten of bouwheren,zou van de middentoren
afgesprongen zijn en zelf moord gepleegd,omdat de grote toren niet in het MIDDEN
stond, klopt mijn theorie? Ik zou het graag vernemen van een echte kenner. Ik heb ook
drie dagen en nachten bij de brand van de INNOVATION mensen moeten tegenhouden
waarvan familie in de brand zaten. Dank bij voorbaat.' Wie weet dit?? Frits
Schetsken: 'In antwoord op de vraag van André Willems:
Het Brusselse stadhuis is in gedeelten gebouwd. Van 1402 tot 1440 komt het stuk links
van de toren gereed op de plaats van het huis De Meerte, waar voorheen de
vergaderingen van de stadsmagistraat werden gehouden. Daarna wordt tussen 1444 en
1451 het rechterdeel gebouwd, dat korter is dan het linker, zoals je op de grote foto
kan zien. Een van de Brusselse schepenen is meester-metselaar Jan Van Ruysbroeck en
het stadsbestuur vraagt hem om beide delen te verbinden met een toren, wat tussen
1449 en 1455 gebeurt. Jan weet dus heel goed, dat zijn toren onmogelijk in het midden
kan staan tussen de twee ongelijke delen. Het verhaaltje dat hij als architect van
de toren zou zijn gesprongen toen hij dat zag, is dus een fraai verzinsel. Pas na het
bombardement van 1695 is het stadhuis vergroot met de achterbouw langs de
Amigostraat. Daarvoor heeft Korneel Van Nerven tussen 1706 en 1717 gezorgd, waarvoor
hij wel de lakenhallen uit 1353 heeft gesloopt. Op één van de zuilkapitelen aan de
rechterkant van het stadhuis (waar de Toeristische Dienst zit) wordt verwezen naar
een strafwerktuig, de scupstoel. Dat was een stoel die langs een paal omhooggehesen
werd en waarop overspelige vrouwen of gestrafte mannen moesten plaatsnemen.
Opgetrokken tot het hoogste punt werd het touw losgelaten en vielen stoel en degene
die erop zat naar beneden in de modder. Op het kapiteel is dat enigszins anders
uitgebeeld, daar zie je mensen bezig met een grote stapel stoelen bijeen te schuppen
( foto 2 van rij 3). Scupstoel was namelijk ook de naam van een van de drie huizen
die ooit op de plaats van deze stadhuisvleugel stonden. De andere huizen heetten De
Moor (weergegeven door een Oosters serrail, foto 5 van rij 1) en De Papenkelder
(drinkende monniken, foto 2 van rij 6).Ter aanvulling van Eric Francarts opmerking
over het Brusselse belfort: als eerste belfort diende de toren van de Sint-
Niklaaskerk. Nadat de eerste kerktoren in 1367 door een orkaan is omgeblazen, wordt
een zeer stevige torenbasis opgetrokken met daarop een slankere belforttoren met
enkele klokken erin. Die stort later gedeeltelijk in, maar wordt gerepareerd, om bij
het bombardement van 1695 opnieuw schade op te lopen, waarbij de klokken eruit
vallen. Als er in 1714 een nieuwe dubbele beiaard in wordt gehangen, kan de verzwakte
toren dat gewicht niet dragen en stort nog maar eens in. Omdat intussen het stadhuis
een toren heeft gekregen, wordt de oude belforttoren niet meer opgebouwd en zo komt
het dat de Sint-Niklaaskerk aan de Botermarkt nu torenloos door het leven gaat.
' Paul Crevels: 'Aan de linkerzijde van de gevelvan het Brussels stadhuis, zou
het standbeeld staan van Philippe De Rouve (graaf van
Vlaanderen) en gebeeldhouwd door Petrus Elyzeus Van den Bossche
omstreeks 1877/78. Zijn leraar aan de K.A.S.K. was Eugéne
Simonis.' Els Nijs: 'Beste,
Ik ben lerares geschiedenis en ben enorm blij met websites zoals deze. Al jaar en dag zit
ik hier regelmatig te snuffelen doorheen alle foto's en bijdragen.
Zelf ben ik vooral gefascineerd door beelden aan middeleeuwse bouwwerken zoals het
stadhuis. Ik vind ze prachtig! Helaas vind ik maar geen mooi overzicht met de betekenis
van de beeldhouwwerken (welke personen zijn het? Welke taferelen worden er precies
afgebeeld in oa. de timpanen en kapitelen...). Het internet maakt me niet veel wijzer.
Heeft u enige kennis van dit soort info? Alvast hartelijk dank!
Dit bericht is eigenlijk niet echt om te publiceren, maar ik vond geen ander kanaal op uw
website om deze vraag te stellen.
Met vriendelijke groeten,
Els Nijs
'
Français English
|