Deze kerk maakte deel uit van een versterkte vestiging. De muren van de
massieve toren zijn 2,96 meter dik. De doopvont uit 1493 staat boven een
zeven meter diepe put. (met dank aan Jean-Pierre Pottelancie om ons de naam en de
eerste info te bezorgen)
De torenspits is gedraaid.
Frits Schetsken: 'De parochiekerk van Herve ligt op een hoogte van 290 meter en
steekt daarmee boven het stadje uit. Meteen valt de massieve toren uit de
13de eeuw op,
waartegen het schip van de kerk leunt. Die 21 meter hoge toren is dan ook
een vroegere
donjon met muren tussen 3,10 en 2,50 meter, ooit deel van een burcht,
waarop de
stadsmuren aansloten. Gebouwd uit zandsteen met kalkstenen
hoekbanden zijn er in 1923
drie grafstenen ingemetseld, waarop wapenschilden uit 1630,
1654 en begin 18de eeuw
staan.
Boven op de donjon is in de 17de eeuw een klokkenverdieping van 28 meter hoog gezet
met een gedraaide torenspits en vier zijtorentjes. Met de spits
erbij steekt deze
kerktoren 49 meter de lucht in. De draaiing van de spits komt door een foutje bij de
bouw, waardoor het houten gebinte verwrongen is. Hij is dus niet bewust aangebracht,
zoals elders wel gebeurde bij dergelijke getorste spitsen.
Het kerkschip is driebeukig met een zuidelijke zijbeuk
uit 1625 en een noordelijke
uit 1626. Transept en driezijdige koorafsluiting komen pas in 1653
gereed. Op het
kerkdak staat een dakruiter. Boven de kerkingang staat in een nis een
stenen
Mariabeeld, zij is de tweede patrones van deze kerk. De beelden bij de kruisweg boven
het portaal zijn tijdens de Franse periode gebroken en in 1937 door nieuwe vervangen.
Zoals gebruikelijk was ook deze kerk omringd door het kerkhof, dat echter in 1855
verplaatst is naar de Place Albert Ier toen de Rue du Collège verbreed is. In 1897
worden de doden nogmaals verhuisd, naar de Route de Soumagne. Naar verluidt hebben de
arbeiders toen de tanden van de overledenen verzameld, omdat ze geloofden dat als je
daarmee een pijnlijke tand of kies zou aanraken, die onmiddellijk genezen zou zijn.
Binnen zijn er een communiebank en preekstoel in
régencestijl uit 1739. Op het
noordelijk zijaltaar staat een ‘Maria Hemelvaart’ uit 1653, die van een schilderij van
Rubens is gekopieerd. Op het zuidelijk zijaltaar stelt het schilderij het
‘Debat over
het Heilig Sacrament’ voor, gemaakt door Bertholet Flémal. Een ‘Maagd der Deugden’ van
Walthère Damery siert het hoofdaltaar. De Maaslandse doopvont uit 1574 heeft vier
maskers, de vier paradijsstromen voorstellend. Deze doopvont staat op een zeven meter
diepe put en wordt als een uitzonderlijk stuk beschouwd. Het kerkorgel
dateert uit
1672.
Andere interieurstukken zijn 18de-eeuws, zoals de biechtstoelen, de
eiken lambrisering, een marmeren wijwatervat,
een portret van keizerin Maria Theresia en
diverse houten beelden. De glas-in-loodramen zijn er een halve eeuw later
gekomen.'
Français English
|