Het Geraard de Duivelsteen is een 13e eeuwse burcht. De kern is een vierkante donjon uit het begin van de 13e eeuw. In de tweede helft van de 13e eeuw werd de vleugel naast de Schelde wellicht bijgebouwd.
Het stenen gebouw is genoemd naar de bouwheer ridder Gheeraert Vilain, bijgenaamd de Duivel. Omstreeks 1328 werd het verkocht aan de stad Gent. Doorheen de eeuwen heeft het tal van bestemmingen gehad: van ridderverblijf en wapenarsenaal tot klooster en school, en zelfs bisschoppelijk seminarie. In 1623 werd het een verblijf voor krankzinnigen en een tehuis voor mannelijke wezen. Een ander deel van het gebouw werd gebruikt als gevangenis of tuchthuis. Na een misschien al te drastische restauratie (waarbij men trachtte het geheel een meer consistent uitzicht te geven) op het einde van de 19de eeuw zijn hier sedert 1904 de rijksarchieven ondergebracht. Bij die restauratie werd tevens een passende vleugel (neogotiek) toegevoegd naar ontwerp van A.Verhaegen.
Het Duivelsteen is een opmerkelijk voorbeeld van een 13de-eeuwse feodale woonstede. De de dikke muren, de flankeertorentjes en de donjon duiden nog op het defensieve karakter van het gebouw. De grote spitsboogvensters duiden reeds op een drang naar comfort.
Het hoofdgebouw is uit een crypte op kolommen, met daarboven twee naast elkaar gelegen hallen van elk twee verdiepingen. Van het interieur dateert enkel de overwelfde begane grond uit de 13de eeuw. Toch werd ook deze ruimte ingrijpend gerestaureerd in 1891. De indrukwekkende ruimte wordt door drie rijen van vijf zware ronde zuilen met bladkapiteel in vier beuken verdeeld. Zij worden overspannen door kruisribgewelven van Doornikse steen en gewelfkappen in breuksteen.
Johan De Bock: 'Waarschijnlijk had dit gebouw (en zijn voorloper) een functie in de verdediging van de Portus Ganda, de eerste haven aan de Schelde in Gent (waarvan recent resten ontdekt zijn op het Bisdomplein). Dit was ook de verblijfplaats van de Kastelein van Gent, die eigenlijk in Gent het plaatselijke gezag was (het Gravensteen was de dwangburcht die voor de Graaf van Vlaanderen de Gentenaars in bedwang moest houden). Allicht werd van hieruit ook tol geheven op de Schelde. Naarmate de burgerij en de gilden meer rechten en macht kregen, ging het bestuur van de Kastelein over naar het gemeentebestuur. Ridder Geraard Vilain stond een deel van zijn domein af aan St. Baafs (het St. Baafskerkhouf, waar nu het monument van de Gebrs. Van Eyck staat) - en kocht op die manier zijn plaatsje in de hemel (een hele prestatie voor een Duivel...) Momenteel is hier het rijksarchief gevestigd.'
's Nachts wordt het Geeraard De Duivelsteen verlicht.
Roland Van Holderbeke: 'Zeer mooi bouwwerk uit de middeleeuwen, mag naast het Gravensteen staan te Gent! '
norma nachtergaele: 'ik vind dit een indrukwekkende burcht, waar we als Gentenaar echt trots mogen op zijn'
Français English
|