De gotische kerk uit de 14e eeuw werd in 1564 en in 1645
door branden vernield. Als overblijfselen uit die tijd vinden we het
koor en de middenbeuk. De westertoren uit
de 16e eeuw werd in 1750 aangepast. In 1965 werd deze herbouwd volgens de plannen van
A.Bressers. De vergroting van het koor, gebeurde in 1740, en in 1750
werden de zijbeuken herbouwd. De voorgevel werd in 1886 vervangen.
Binnen vind je 2 rococo-
biechtstoelen uit rond 1750 en 4
neogotische exemplaren. De preekstoel
is 18e eeuws. Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld met Kind is 16e eeuws.
De kerk herbergt ook een fraai orgel.
De crypte, die in opdracht van Lamoraal van Egmont werd ingericht en
in 1645 geplunderd werd, is bij toeval ontdekt in 1804. Ze herbergt het stoffelijk
overblijfsel van de Graaf van Egmont, die op 5 juni 1568 onder Alva werd onthoofd op
de Grote Markt van Brussel. De harten van zijn zonen Filips en Karel
liggen er ook samen met dat van hun vader in een bronzen koffer.
Frederik De Meyer: 'Vast staat dat de geschiedenis van deze kerk minstens tot de
12de eeuw opklimt: in 1162 hing ze af van de kerk in Strijpen; het patronaat van
beide bedehuizen wordt op dat moment geschonken aan de abdij van Mont Saint-Martin.
In de 14de eeuw heeft de plaatselijke heer het patronaat opnieuw in handen.
Zottegem had zich afgescheurd van de moederkerk en meer dan vierhonderd jaar lang
wordt dit erkend door de pastoor van Zottegem aan zijn ambtgenoot van Strijpen op de
vooravond van kerstmis vijf zakken tarwe en vijf zakken haver te laten bezorgen. De
heer van Zottegem was als gezagsdrager over de kerk, na de bisschop de hoogste in
rang. Dit had waarschijnlijk te maken met het feit dat de kerk was gegroeid uit de
castrale kapel van de heer. Hoe die eerste kerk er uitzag, weten we niet.
De oudste sporen in de huidige parochiekerk klimmen immers niet verder in de tijd
op dan de 14de-15de eeuw en mogelijk gingen zelfs meerdere bouwfasen hieraan vooraf.
In genoemde periode werd het Romaanse gebouw omgevormd tot een gotisch
kruiswerk.
Hierbij werden de bestaande zijmuren van het schip, in
onregelmatige natuursteen opgetrokken, behouden. Ze worden pas in 1750
ontmanteld, wanneer twee zijbeuken worden toegevoegd. De gotische kerk,
die tussen de 15de en het midden van de 18de eeuw vrijwel onveranderd bleef, was een
éénbeukige kruiskerk met achthoekige vieringtoren en een
naaldspits. Dwarsbeuk en koor zijn voorzien van gotische vensters. De hoofdingang
bevindt zich aan de Zavel en bestaat uit een in een spitsboog gevatte
dubbele deur.
Deze kerk had heel wat te lijden onder de troebelen van de 16de eeuw. In 1564
wordt ze, samen met 220 huizen, in de as gelegd. In juni 1580 wordt ze opnieuw zwaar
beschadigd wanneer de Geuzen onder leiding van de la Noue Zottegem in brand steken.
Nog in 1608 kan men voor de dienst slechts een gedeelte van de kerk gebruiken. Pas
tussen 1611 en 1615 wordt het bedehuis volledig heropgebouwd.
Op 7 september 1658 wordt Zottegem voor de zoveelste keer in brand gestoken,
ditmaal door Franse troepen. Van de kerk blijft enkel het koor overeind. En, ondanks
de ellendige situatie waarin de Zottegemnaren zich bevinden -de inwoners hadden zich
tegen de weersomstandigheden beschut - met eenighe aftrecken, ghedeckt met wat stroot
daeronder sijlieden sijn schuylende en cruypende als mieren in de aerde- -werd de
herbouw van de kerk kort daarop aangevat.
In 1750 verandert het uitzicht van de kerk grondig. De vieringtoren wordt
afgebroken en vervangen door een houten campanilletoren met uurwerk en
beiaard, opgetrokken boven de westgevel. De gevels van het schip worden
afgebroken en men bouwt twee zijbeuken voorzien van ruime vensters. De voorgevel
wordt verbreed en bekroond met een driehoekig fronton. Goed tien jaar
later, in 1762, worden aan de kant van de Markt een zijkoor en een sacristie gebouwd.
Beide in Balegemse steen.
In 1767 wordt voor het eerst aangevoerd dat de kerk te klein is geworden. Het is
een opmerking die in de volgende decennia regelmatig terugkeert, maar pas in 1855
wordt hier werk van gemaakt. Men creëert ruimte door het interieur te verbouwen: het
hoogaltaar wordt verplaatst naar de achterkant van het koor en ook de communiebank
wordt naar achteren verschoven zodat het voorste koorgedeelte voor de kerkgangers
vrijkomt. Tevens worden aan de kant van de Zavel een bakstenen zijkoor en een
sacristie opgetrokken. Eind 1879 liggen plannen op tafel voor een drastische
vergroting en verbouwing, waarbij het uitzicht van de kerk volledig zou veranderen.
Het schip zou zeven meter verlengd worden, met een aangebouwd portaal, een hoektoren
aan de Marktzijde en een oksaal en doopvont aan de Zavel. Gelukkig werd dat project
nooit uitgevoerd.
Wel wordt in 1886 de voorgevel verbouwd en versiert men de kerk omstreeks dezelfde
tijd met gebrandschilderde ramen. In 1927, 1929 en 1934 worden opnieuw
ontwerpen tot vergroting van de kerk aan de gemeenteraad voorgelegd, maar telkens
afgewezen omdat hierbij een deel van de straat zou worden ingepalmd.
Het probleem van de te kleine kerk krijgt later een definitieve oplossing met de
bouw van respectievelijk de noodkerk en de kerk te Bevegem. De O.-L.-V.-
Hemelvaartkerk behoudt dus haar 19de-eeuws uitzicht, al werden er sindsdien
verscheidene restauratiewerken uitgevoerd. Een beeldbepalende ingreep aan de kant van
de Markt was de inrichting van de Egmontcrypte in 1857 en de verbouwing ervan in
1951. Tot slot nog vermelden dat in de dekenale kerk een beiaard hangt met 49
klokken, in 1964 officieel gehuldigd. '
Anoniem: 'De kerk van de stad Zottegem vind ik PRACHTIG! Het is gewoon vol met stijl,
klasse en ik ga er enorm graag. De missen zijn altijd mooi vergesteld en de priester kan
er heel wat van. Gewoon doe zo verder, het is een mooie kerk! 'Luc Haenebalcke: 'Rond
vermelde kerk ligt geen kerkhof!!'
Français English
|