Frits Schetsken: 'Franz Kegeljan wordt in 1847 geboren in Namen binnen een gegoede
familie. In 1868 trouwt hij met Louise Godin, eveneens uit een welgesteld milieu, wat als
voordeel heeft dat ze beide kunnen rentenieren. Om zich toch wat bezig te houden, gaat
Franz aan de Naamse kunstacademie les volgen bij Théodore Baron. Naast schilderen bekwaamt
Kegeljan zich in tekenen met potlood, inkt en pastel en leert hij ook graveren. In 1878
doet het echtpaar Kegeljan-Godin een beroep op architect Hendrik Beyaert om
voor hen een huis te bouwen op een terrein aan de Rue de Fer in Namen, waar de familie
Kegeljan reeds enkele gebouwen bezit. De Rue de Fer verbindt het Naamse stadscentrum met
het station en is daardoor een straat met enig aanzien geworden, zoals in veel Belgische
steden. Beyaert wordt geconfronteerd met een bouwterrein met een onregelmatige vorm.
Toch slaagt hij erin om daarop een huis neer te zetten dat zowel naar de straatzijde als
aan de achterkant een symmetrische indruk geeft. Voor de straatgevel aan de Rue de Fer
gebruikt hij vooral natuursteen en blauwe hardsteen, waarbij
drie L0005623abea7000037balkons op de eerste verdieping het contact van de bewoners
met het buitengebeuren garanderen. Achter hun huis hebben ze een fraaie tuin en
bijgebouwen zoals stallingen voor koetsen, waarbij naast natuursteen ook veel van baksteen
gebruik is gemaakt, want de neo-Vlaamse renaissancestijl vormt Beyaerts
inspiratiebron en daarbij bestaat er steeds een afwisseling van bak- en natuursteen. Die
stijl mag retro aandoen, qua binneninrichting is Beyaert toch up-to-date, met een
goederenlift, modern sanitair en van paardentuig voorziene stallingen. In 1880 kunnen de
bouwheer en zijn dame er hun intrek nemen. Wanneer de aan astma lijdende Franz vanaf
1886 gaat reizen in Frankrijk, Duitsland en Italië doet hij daarbij veel inspiratie op
voor het konterfeiten van landschappen. Thuis legt hij zich ook toe op dat genre, hier aan
de oevers van de Maas, de Ourthe en de Semois. In Namen wordt hij lid van de Société
archeologique, de lokale archeologische vereniging. Dat geeft aanleiding tot het
bestuderen van middeleeuwse architectuur, met name vestingbouw, waarvan er in en rond
Namen voorbeelden te over zijn. Daaruit ontstaat weer een passie voor de Naamse
geschiedenis, die Franz gaat vastleggen in een groot aantal schilderijen en tekeningen.
Hij geeft zowel het Namen uit zijn eigen tijd weer, als de stad uit het verleden,
gebaseerd op oude documenten. Rond 1900 realiseert Kegeljan een reeks van veertig
schilderijen die hij Namur à travers les âges noemt - Namen door de eeuwen heen - en die
hij aan de stad schenkt, waardoor ze in het Naamse stadhuis aan de toenmalige Grand-Place
komen te hangen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt dat stadhuis op 23 augustus 1914
door Duitse troepen in brand gestoken en daarbij gaan de werken uit Namur à travers des
âges verloren, want enkel de gevel blijft overeind. Maar Franz legt zich niet neer bij dat
verlies, hij zet zich aan het schilderen en maakt in 1921 de reeks opnieuw. Franz en
Louise bewonen het huis aan de Rue de Fer 42 tot 1917 en verhuizen dan naar Profondeville.
Twee jaar later, in 1919, verkoopt Louise hun Naamse woning voor 370.000 frank aan het
stadsbestuur. Dat is op zoek naar onderdak, want het oude stadhuis is dus
vernield. De ambtenaren nemen drie verdiepingen in en dat wordt in 1923 nog uitgebreid met
de stallingen. Buiten de stadsontvanger en de politie zijn alle stadsdiensten hier
gehuisvest. De dienst Bevolking en de Burgerlijke Stand zijn in de bijgebouwen en de
stallingen ondergebracht. In 1937 laat het stadsbestuur in de tuin nieuwe kantoren
optrekken en in 1939 kan het gebouw van het Sint-Lodewijksinstituut worden aangekocht,
waarmee het stadhuis wordt vergroot. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het Huis
Kegeljan niet teveel geleden. Bij het bombardement van 18 augustus 1944 is het linker
gedeelte van de gevel op de eerste verdieping weggeslagen. De herstellingen starten in
1947. In 1948 bekijkt de stedelijke administratie het idee van een nieuw stadhuis op het
terrein van de Handelsbeurs en enkele privéwoningen. Maar de kredieten worden geblokkeerd
en het schepencollege besluit om de stadsdiensten in Huis Kegeljan te laten en een
verdieping te bouwen op de kantoren van de dienst Bevolking in de tuin. Na de
gemeentelijke fusie van 1977 neemt het inwoneraantal van groot-Namen flink toe en wil men
de stadsdiensten niet versnipperd zien over elf gebouwen, verspreid over al die vroegere
gemeenten. Daarom wordt op 23 oktober 1981 de eerste steen gelegd van een nieuw stadhuis,
nabij Huis Kegeljan. De gevels van dat nieuwe stadhuis zijn grotendeels van glas,
gecombineerd met natuursteen uit de streek. Na de bouw van dat nieuwe stadhuis wordt
Huis Kegeljan korte tijd de zetel van de voorzitter van de Waalse Regering. De stad
recupereert daarna het huis voor eigen gebruik. Het gebouw is tussen 1997 en 2001
gerenoveerd na de aanleg in 1996 van de Jardins du Maïeur (Burgemeestertuinen), ontworpen
door de stedelijke landschapsarchitect Michel Gilbert. Bij de bouw van het nieuwe stadhuis
bleef de gevel die uitgeeft op die Jardins du Maïeur onafgewerkt. In 2001 krijgt het idee
voor een trompe-l'oeuil fresco vaste vorm. In navolging van dergelijke kunstwerken in
Quebec en Lyon wordt hier tussen april en augustus 2004 La Fresque des Wallons
gerealiseerd, een trompe-l'oeuil van 330 m² waarin bijna 250 typisch Waalse personages
verwerkt zijn. Een nieuw gebouw van een verzekeringsmaatschappij biedt een doorgang tussen
het nieuwe stadhuis en het oude in Huis Kegeljan, wat je helemaal links op een van de
foto's nog net ziet. '
Français English
|