Dit huisje werd in 1698 gebouwd.
Johan De Bock: 'In de middeleeuwen waren de meeste huizen van hout - Om bij brand te vermijden dat de hele stad afbrandde, werden er tussen de huizen brandgangen voorzien. Ook bij de stenen huizen bleef men uit gewoonte die brandgangen voorzien. Zo ontstonden er in de stad veel steegjes en smalle doorgangen. Op de Graslei bestaat er zo nog een doorgang naast het vroegere postgebouw (maar tegenwoordig om hygienische redenen afgesloten met een hek). Maar vroeger waren er meerdere doorgangen tussen Koornmarkt en Graslei.
Op een gegeven ogenblik (begin 17e eeuw) besefte men dat al die doorgangen eigenlijk geen praktisch nut meer hadden. Tegelijk zat men met een probeem dat de stapelheren (graankeurders/tolheffers) eigenlijk geen geschikt onderkomen hadden. Dan maar het nuttige ana het aangename paren: met weinig kosten kon men deze doorgangen ombouwen tot kleine huisjes: een voor-en achtergevel, een dak erop en klaar is kees!
Dit tolhuisje werd tot 1734 door de stapelheren gebruikt, nadien kreeg het diverse bestemmingen tot het in 1986 gerestaureerd werd. Het is nu een klein cafétje. Als je er binnengaat kun je zien dat de zijmuren eigenlijk de buitenmuren van de aanliggende panden zijn (links het Spijker, rechts het Tweede Cooremeetershuys).'
Français English
|